Laten we eindelijk eens de roze olifant in de kamer benoemen aangaande een grote groep ‘nieuwe Nederlanders’. Veel mensen van vooral de goegemeente van linkse en religieuze signatuur, durven het onderwerp nog steeds niet écht bespreekbaar te maken, terwijl ze juist de grootste aanjager lijken te zijn van het probleem. Vanuit hun ideologische perspectief, dan wel uit empathische overwegingen, zijn ze zelf de spreekwoordelijke blinde geworden in het land van eenogigen. Sterker nog; met hun eigen gedragingen en handelingen haalt men er jaarlijks logischerwijs, direct en indirect, steeds meer van binnen. Dankzij het volharden in politieke zin evenals persoonlijke overtuiging van voornoemde groeperingen, hebben kritische Nederlanders op dit urgente dilemma al decennia lang enkel het nakijken.
Door jaarlijkse groei van deze horde ongeletterden zijn er niet alleen in Nederland, maar juist wereldwijd, enorme problemen ontstaan. Omdat men in zulke grote getale komt en nooit meer teruggaat naar de plek van herkomst, lijkt het een onbegonnen gevecht tegen een apocalyptische schaduwbokser. Bizar genoeg wil bijna geen enkele overheid ingrijpen, terwijl er in elk verkiezingsprogramma van alle politieke partijen wel op de gevolgen wordt gewezen.
Maar laten we ons beperken tot de eigen importpolder van het grote taboe. We weten dat er jaarlijks tussen de 160 duizend en 210 duizend afzonderlijke gevallen aangemeld worden bij de Nederlandse overheid. Deze nieuwkomers hebben vrijwel nooit een geldig paspoort, en hun identiteit blijkt altijd lastig te achterhalen. Vaak wordt er zelfs een nieuwe verzonnen, of wordt uit wanhoop via familieleden gepolst wat bijvoorbeeld hun geboortedatum of zelfs hun naam is, gezien de personen in kwestie te emotioneel of vocaal niet capabel genoeg zijn om dit zelf op correcte wijze te laten administreren. En tel daarbij op dat bijna alle gevallen een variant van kettingmigratie zijn. Een recept voor ongebreidelde chaos.
De problemen met deze mensen stapelen zich snel op zodra ze gehuisvest zijn, of bijvoorbeeld nadat een voogd aangewezen is. Ze spreken feitelijk nooit de taal van het land waarin ze zich begeven en taalles heeft geen enkele zin omdat de integratie de eerste jaren zeer moeizaam gaat, zoals ook vele studies uitwijzen. Hoewel de sociale omstandigheden vaak goed zijn (er is zelden sprake van complete isolatie en ze worden in de regel goed begeleid), is het bekend dat ze de eerste jaren geen studie gaan volgen of werkzaamheden verrichten. Vaak mogen ze dit absurd genoeg niet eens, vanwege wetgeving of bepalingen. Daarbij vestigen ze zich nagenoeg altijd in de buurt van familie of mensen van dezelfde afkomst, waardoor er een vrij monolithische leefomgeving ontstaat.
Vanwege het gebrek aan zelfredzaamheid op zowel linguïstisch, financieel alsook educatief niveau blijven deze mensen op deze vlakken lang afhankelijk van hun directe omgeving en lokale overheid. Inclusief eventuele zorgvoorzieningen, die ook nog eens stijgende kosten met zich meebrengen. Maar het kan nog gekker, want onze eigen regering voorziet daar bovenop in vele duizenden euro’s per jaar aan toeslagen en uitkeringen, zonder dat ze er iets voor hoeven te doen. Het gaat zelfs zo ver dat er vaak geen enkel formulier ingevuld hoeft te worden door de betrokkenen om de bankrekening periodiek gespekt te zien raken.
Uiteraard zijn er mensen aan alle kanten van het politieke spectrum die zich hierover terecht grote zorgen maken. We weten dat deze nieuwkomers en hun (financiële) behoeften afbreuk doen aan onze toch al fragiele pensioenvoorzieningen, aan de schaarste van leefruimte (zoals op termijn de huurwoningen in de sociale sector met hun huidige lange wachtrijen) en uitkeringen en toeslagen die door de belastingbetaler moeten worden opgehoest. Het gekke is eigenlijk dat mensen die zich normaliter vanuit de ecologische, duurzame en klimaatactivistische van hun hardst laten horen, nu de stille trom slaan. Terwijl we weten dat mensen die in een Westerse samenleving ‘nieuwkomen’, een jaarlijks gemiddelde CO2-voetafdruk van 58 ton per jaar (!) krijgen, waar het daarvoor nagenoeg nihil was. Hypocriet, nietwaar?
Als dit alles voor korte termijn zou gelden en er binnen enkele jaren een productieve bijdrage verwacht mocht worden door deze groep gelukszoekers, zou bijna niemand zich daar echt druk om maken. Statistieken, onderzoeken en ervaringen wijzen echter altijd het tegendeel uit. Ze kosten vele tonnen voordat ze zelfredzaam zijn, en zelfs dan is het nog maar de vraag of dat zo blijft, als er überhaupt al een plus op de eindbalans komt te staan. Het wordt zelfs erger als je weet dat deze mensen statistisch gezien vele malen meer vandalisme alsook immateriële zaken zoals geluidsoverlast en zelfs verkeershinder veroorzaken, omdat ze de regels totaal niet kennen.
Wie is deze groep nieuwkomers die de toekomst voor ons donkerder kleuren, vraagt u zich af? Ik heb het uiteraard over baby’s. Het enige wat ze kunnen is nemen en er wordt van ons verwacht dat we ze alles geven. Niet alleen ben je moreel verwerpelijk als je daar vraagtekens bij zet, maar ook nog eens het onderwerp van een vragenvuur vol onbegrip als je niet meedoet met het productiecircus. Persoonlijk heb ik er twee in huis genomen, dus niemand kan mij betichten van vooringenomenheid of een dubbele moraal als ik kritiek uit op de mogelijke desastreuze gevolgen van deze instroom van initieel kansloze afhankelijken.
Dus laat ik het maar voor eens en altijd duidelijk maken, met het risico voor het gerecht te worden gesleept: Minder, minder, kinder!