Tot eind vorige eeuw stond Nederland bekend om haar tolerantie. Het was goed toeven in ons landje waar ‘leven en laten leven’ de norm was. De maatschappij was vrij overzichtelijk. Het gezin was de hoeksteen van de samenleving. Een gezin dat bestond uit een man en een vrouw en bij voorkeur enig nageslacht. Ook de kinderen werden ingedeeld als man of vrouw en kregen dit vermeld op hun geboorteakte en later hun paspoort. Dit betekende overigens niet dat er geen afwijkende samenlevingsvormen en/of genders voorkwamen. Terugkijkend naar deze periode valt slechts te constateren dat de norm erg dwingend aanwezig was en alles wat afweek van de norm het niet altijd even gemakkelijk had. Het ‘leven en laten leven’ uitte zich in het dagelijks leven als ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’. En dat ging op voor grote delen van Nederland. Tolerantie ging niet verder dan de achtertuin. Afwijken mocht, maar not in my backyard. Maar gelukkig waren daar de steden met Amsterdam prominent voorop. In de steden ontstonden complete subculturen. Iedere stad had bijvoorbeeld zijn eigen gayscene met bijbehorende uitgaansgelegenheden. De verschillende subculturen leefden naast elkaar, maar vermengden echter amper. Feitelijk kunnen we hier al spreken van segregatie.
Het grootste deel van de Nederlanders kon zich wel vinden in deze gesegregeerde samenleving. Uiteraard waren er destijds ook al moraalridders, die hun eigen wereldbeeld tot norm hadden verklaard. Een klein deel daarvan ging een stap verder en wilde deze moraal opleggen aan de rest van de wereld. Geweld werd daarbij niet geschuwd, potenrammen was bijvoorbeeld onder bepaalde groeperingen het ultieme hoogtepunt van een avondje stappen. Deze subculturen kenmerkten zich door hun intolerantie in een maatschappij waar (schijn)tolerantie de norm was.
De beschreven status quo hield stand tot de jaren tachtig. Vanaf de jaren negentig veranderde de maatschappij in hoog tempo. Het collectivistisch nationalisme maakte plaats voor een volledig doorgeslagen individualisme onder invloed van de globalisering en het opkomend neoliberalisme. Het algemeen belang werd terzijde geschoven en de maatschappij verhardde door een absolute Ratrace met winnaars en verliezers. En zoals in ieder spel zijn er meer verliezers dan winnaars. De Westerse Wereld veranderde daarnaast snel door de instroom van nieuwe bevolkingsgroepen. Bevolkingsgroepen die nieuwe subculturen vormden en slecht vermengden met de bestaande cultuur mede door hun afwijkend normen en waardenpatroon. Subculturen die zich stuk voor stuk schaarden onder de verliezers, met uitzondering van individuen die de groep ontstegen. De basis leek gelegd voor een totaal verdeeld land. Een land dat op zoek moest naar een nieuwe identiteit waar iedereen zich mee kon verenigen. En die zoektocht naar een nieuwe identiteit is nou net de basis van de huidige chaos. Een chaos die wordt versterkt door zwakke leiders en de gevolgen van een mondiale crisis waar de verliezers nog steeds de gevolgen van ondervinden.
De laatste ontwikkeling die we nog missen is de veranderende rol van de media. De opkomst van het internet heeft er namelijk voor gezorgd dat iedereen die dat wil een platform heeft om zijn/haar/het mening te ventileren. De subculturen uit onze maatschappij hebben uiteraard hun weg naar deze nieuwe media gevonden. Schaamteloos wordt er ingespeeld op de Nederlandse tolerantie. Waar de subculturen in het verleden vanuit hun minderheidspositie hun eigen leventje leiden, lijken ze inmiddels de meerderheid te vormen in onze maatschappij. Kenmerkend voor al deze subculturen is dat ze hard schreeuwen, veel eisen en effectief inspelen op het schuldgevoel van de meerderheid. Een simpel kinderfeest is zo verworden tot het ultieme voorbeeld van racisme en slavernij. Gezichtsbedekkende kleding hoort niet in onze maatschappij, maar moesten we opeens accepteren. Respect verdien je niet meer door je prestaties, maar dwing je bij voorbaat af. En het laatste hoogtepunt is voorlopig dat we een aloude biologische wet aan de kant moeten schuiven. Heel basic verdelen we de natuur namelijk in twee genders, je wordt geboren als man of vrouw. Tot dusverre waren alle andere vormen van gender afwijkingen. Medische missers die een vervelende invloed kunnen hebben op een mensenleven. Maar dat geldt ook voor mensen met diabetes, astma en wat er meer is.
Waar ik me een strijd voor erkenning van genders kon voorstellen, moet ik jammer genoeg tot de conclusie komen dat de genders een waardig opvolger zijn van de racisme en slavernijdiscussie. Hoewel opvolger, de racisme en slavernijdiscussie is nog lang niet uitgewoed. Een discussie die overigens ook terecht op de agenda staat. Ik voorzie echter dat de strijdwijze van beide groeperingen averechts gaat werken. De meerderheid in Nederland is namelijk gewend dat wij veranderingen doorvoeren via debat, en debatten hebben tijd nodig. Een goed voorbeeld was de introductie van het homohuwelijk. Het duurt even, maar dan heb je ook wat. De huidige genderdiscussie is inmiddels compleet doorgeslagen. Deze relatief kleine groep, minder dan 0,5% van de bevolking, eist namelijk te veel. Acceptatie mogen ze terecht eisen en hebben ze recht op. Genderneutrale toiletten (waar zijn deze toiletten anders in dan reguliere toiletten?) en genderneutrale taal gaat de meerderheid niet pikken. Net als dat de meerderheid het niet gaat accepteren dat we ons collectief schuldig moeten voelen over racisme en een slavernijverleden. En dat kinderfeestje, dat willen we best aanpassen, maar niet met het mes op de keel. Het feestje is in de loop der decennia overigens al fors aangepast, maar vormt wel een wezenlijk onderdeel van onze cultuur.
De schijntolerantie van de vorige eeuw komt nooit meer terug. Integendeel, de meerderheid in ons land wil minderheden zeker hun plek gunnen. Centraal staat echter de bescherming van onze belangrijkste culturele waarden. Met dank aan onze slappe hap aan bestuurders die het iedereen naar de zin willen maken, lijkt het alsof de minderheid nu de norm is. Niets is echter minder waar. De geschiedenis leert ons dat de meerderheid je wil opleggen altijd fout afloopt. In een democratie stelt de meerderheid namelijk de norm, waarbij ze rekening houdt met de belangen van minderheden binnen redelijke kaders. Nederland kan een echt tolerant land worden, maar dat gaan we niet bereiken als minderheden de norm willen zijn.
Eén gedachte over “De minderheid is de norm”