In het vorige deel heb ik het toetsenbord al doorgeschoven naar Johan, onze specialist met de cijfertjes. In dit deel gaan we daarmee verder en zal Johan de effecten laten zien op het, lees uw, besteedbaar inkomen bij de verschillende modellen nieuwe Sociale zekerheid, in de volksmond basisinkomen.
Basisinkomen benaderd vanuit verschillende richtingen
Omdat de inkomensverdeling over die 17.110.000 personen makkelijk te vergelijken moet zijn, wordt eerst aangegeven wat de specifieke kenmerken zijn. Daarna volgen tekens de zelfde grafiekjes om de effecten te vergelijken. Voor alle berekeningen van BTW gaan we van dezelfde consumptie uit gerelateerd aan de inkomens en de bestaande percentages van 0%, 7% en 21%. De kosten voor ieder plan zijn verschillend. Daar wordt later naar gekeken.
- huidige inkomensverdeling en besteedbare inkomen naar een eenvoudig format. Dat wil zeggen het huidige inkomen met de algemene heffingskorting €2.251 waar na belasting wordt geheven volgens de huidige schijven.
Schijf 1 van €19.982 met 36,55%;
Schijf 2 van €13.809 met 40,80%;
Schijf 3 van €33.281 met 40,80%;
Schijf 4 voor de rest met 52,00%.
HRA, de hypotheekrenteaftrek, en andere belastingaftrekmogelijkheden worden niet meegenomen.
- opgeschoonde inkomensverdeling (zonder AOW, ANW, ZFW, WAO en WIA, WW, PW/WWB/IOAW/IOAZ) met een basisinkomen waarover de passende belastingen betaald worden naar het huidige systeem. Dat is algemene heffingskorting, dezelfde belastingen gehanteerd als hiervoor, en geen aftrekposten. Als de AOW niet meer geldt, betekent het niet dat er niet voor AIW of OBi moet worden bijgedragen. De belastingschijven blijven hetzelfde.
- opgeschoonde inkomensverdeling met Bi waarbij FNV Uitkeringsgerechtigden het systeem van uitkeringen zoveel mogelijk wil handhaven. De sociale lasten worden gefiscaliseerd, wat betekent dat er een meer progressieve belasting. De heffingskorting (schijf 0) is hier €10.400.
Schijf 1 van €10.000 met 50,00%;
Schijf 2 van €20.000 met 52,50%;
Schijf 3 van €20.000 met 57,50%;
Schijf 4 van €50.000 met 60,00%;
Schijf 5 van €80.000 met 65,00%;
Schijf 6 voor de rest met 70,00%.
HRA wordt door FNV Ug niet ter discussie gesteld, maar dat kan hier niet worden meegenomen.
- opgeschoonde inkomensverdeling met garantie-inkomen volgens Milton Friedman. In dit voorbeeld wordt een vlaktaks gebruikt om de lasten van de staat te betalen. Dat betekent bruto-inkomen min belasting en plus garantie-inkomen als het inkomen lager is dan als het garantie-inkomen; als er meer belasting moet worden betaald dan het garantieinkomen dan is het alleen nog min belasting. De vlaktaks naar 50%, zonder heffingskorting.
- Opgeschoonde inkomensverdeling met een negatieve inkomstenbelasting waardoor mensen onder het minimum belasting terug krijgen en mensen boven het minimum belasting betalen. Dat betekent bruto-inkomen plus uitkering als het inkomen onder de norm is, en belasting betalen als het inkomen boven de norm is.
Om de verschillende benaderingen te vergelijken hebben we de grafieken. Die geven een beeld van de uitwerking van geen of wel een basisinkomen. Het is nog eens duidelijker als het in een tabelletje wordt gezet (denk aan de beperkingen).
Wat echt geldt is wat je kunt uitgeven. Daarom hier een overzicht van de besteedbare inkomens op vier kenmerkende punten in de inkomensverdeling:
De volgende keer meer. Dan over de verhoudingen met de financiën van de staat.
P.S. Ondanks onze zorgvuldige werkwijze was er een linkje weggevallen in de formules in onze uitgebreide Excelsheets bij het NegIB. Uiteraard hebben we dit hersteld, in de tekst zijn inmiddels de juiste grafiek en de tabel opgenomen. Onze excuses voor deze vervelende fout.