Afgelopen week viel mijn oog weer eens op een ontwikkeling in de arbeidsmarkt die me deed besluiten wederom de pen ter hand te nemen. De aanleiding was het bedrijf Virol Recycling Groep die BBL plaatsen aanbiedt in samenwerking met de gemeente Oldambt. Niets mis mee zou je zeggen. De BBL is namelijk een geweldig instrument voor met name jongeren die nog niet beschikken over een startkwalificatie. Voldoe je op je zestiende nog niet aan de minimale opleidingseis val je onder de kwalificatieplicht. Met name voor jongeren die moeite hebben om de hele dag op school door te brengen is de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) een uitstekende oplossing. In de praktijk ga je dan één dag in de week naar school en breng je het geleerde vier dagen per week in praktijk bij een erkend leerbedrijf. De interne leermeester van het erkend leerbedrijf verzorgt de begeleiding van de leerling met betrekking tot de praktijk en het ROC verzorgt het theoretische deel van de opleiding. De kunst is natuurlijk om praktijk en theorie op elkaar af te stemmen. Toezichthouder is het S-BB. Een belangrijke taak van het S-BB is het erkennen van leerbedrijven. Je kunt natuurlijk geen slagers opleiden in een bakkerij. Iedere opleiding heeft dan ook een eigen kwalificatiedossier met een specifiek nummer, het zogeheten Crebo-nummer. Bedrijven worden erkend op de dossiers waarvan zij het praktijkgedeelte kunnen bieden.
Voor geïnteresseerden heb ik voor u het kwalificatiedossier Assistent installatie en constructietechniek, het BBL traject van Virol recycling Groep, er even bijgezocht. Drukt u alstublieft niet op download, u wordt dan namelijk deelgenoot van de totale gekte waar ons onderwijs aan ten onder gaat. Waar we ooit hebben opgeleid vanuit kerntaken (beroepsvaardigheden) met een duidelijke omschrijving, dienen leerlingen nu te voldoen aan vage competenties en even vage beroepsvaardigheden. De assistent installatie en constructietechniek beschikt na het behalen van het diploma bijvoorbeeld over de volgende competenties; het (toch maar ff genderneutraal) kan Leren, Samenwerken en overleggen, Instructies en procedures opvolgen, Omgaan met verandering en aanpassen, Kwaliteit leveren, Plannen en organiseren, Formuleren en rapporteren, Instructies en procedures opvolgen, Vakdeskundigheid toepassen en Materialen en middelen inzetten. Waar de afgelopen jaren de beroepsvaardigheden volledig uit het kwalificatiedossier verdwenen waren, verrast het me dat ze sinds 1 augustus 2016 weer zijn opgenomen. De toekomstig werkgever mag zich erop verheugen dat de afgestudeerde assistent installatie en constructietechniek in ieder geval onderstaand lijstje beheerst;
- bezit basale kennis van vaktermen relevant voor het werk en weet de betekenis ervan (in een gesprek)
- bezit basale kennis van materialen, middelen, producten, onderdelen en componenten relevant voor het werk
- bezit basale kennis van meetinstrumenten en meetmethoden relevant voor het werk
- bezit basale kennis van montage- en verbindingstechnieken relevant voor het werk
- bezit basale kennis van relevante gereedschappen, materieel en machines relevant voor het werk
- bezit basale kennis van verbindingstechnieken en kan deze toepassen
- kan (persoonlijke) beschermingsmiddelen hanteren
- kan basisbewerkingen uitvoeren in metaal en kunststof
- kan eenvoudig montage- en demontagewerk uitvoeren
- kan eenvoudige metingen en testen uitvoeren relevant voor het werk
- kan eenvoudige technische tekeningen en informatie, relevant voor het werk, lezen en interpreteren
- kan met gereedschappen, materieel en machines werken, die relevant zijn voor het werk
Met name het woord basaal baart me hier zorgen. In kwalificatiedossiers tot 2011 was volledig uitgewerkt welke basale kennis het moest bezitten, evenals welke basisbewerkingen in metaal en kunststof het kon verrichten. De waarde van een diploma behaald na 2011 is voor mij inmiddels compleet onduidelijk. Maar dat is een stukje achtergrond.
Bovenstaande was namelijk niet de reden dat mijn oog op het artikeltje viel. Zoals de titel van deze reeks columns al aangeeft moet het om gratis gaan. En dat is inderdaad het geval. Waar de BBL-er tot vrij recent het minimumjeugdloon mocht ontvangen voor zijn inzet, mag de nieuwe BBL-er werken met behoud van uitkering. Een BBL-er heeft uiteraard geen recht op studiefinanciering. De praktijkvorming binnen het bedrijf noemen we zelfs stage. En hiermee is het verschil met de tegenhanger van Werken en Leren, namelijk school en stage via de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) volledig verdwenen. Het verschil is wel dat een Bol-leerling recht heeft op studiefinanciering. Rond de eeuwwisseling werd er met name in de zorgsector al veel misbruik gemaakt van het systeem. In plaats van een arbeidsovereenkomst namens de BOL werd de grens gezocht. Leerlingen werden ingezet voor 3 dagen per week en volgden daarnaast een BOL-opleiding aan een ROC. De grens lag destijds op 60% praktijkvorming.
Waarom zou een bedrijf dan toch nog geïnteresseerd zijn in BBL-leerlingen als de grens volledig vervaagd is? Het antwoord is uiteraard vrij simpel, geld. Neem het voorbeeld van Virol Recycling Groep. De verrichte werkzaamheden zijn uiteraard commerciële activiteiten van het bedrijf. In dit specifieke geval lijkt het me dat ingezamelde huishoudelijke electronica in opdracht van een gemeente in het kader van duurzaamheid wordt gerycled. Daarbovenop kan het bedrijf aanspraak maken op de Subsidieregeling Praktijkleren van maximaal € 2700 per jaar per leerling. De sector stelt ook nog een premie beschikbaar voor het vervangen van oudere werknemers die kan oplopen tot € 1500 per contract. De scholing van twee praktijkbegeleiders per bedrijf wordt vergoed door het OOM en bedraagt € 1000 zolang het OOM budget heeft. Een lucratieve business dus, zeker als de leerlingen verder geen salaris behoeven. En dat is hier het geval, immers met behoud van uitkering. Een goed instrument op het scheidsvlak van onderwijs en arbeidsmarkt is nu dus verrijkt met de derde pijler Sociale Zekerheid. In mijn ogen een staaltje neoliberalisme ten voeten uit.
Wat ik niet snap is dat gemeenten hiermee akkoord gaan. Of zou in dit specifieke geval de gemeente Oldambt op deze manier erg goedkoop voldoen aan haar duurzame doelstellingen middels de recycling van ingezameld huishoudelijke electronica? Ook de ouders van deze jonge leerlingen begrijp ik niet. Ik zou als ouder nooit mijn handtekening zetten onder de praktijkleerovereenkomst die wordt gesloten tussen alle partijen. Ouders dienen namelijk te tekenen als de leerling de leeftijd van 18 nog niet heeft bereikt. En ook de vakbonden hebben blijkbaar zitten slapen. Het beste kabinet ooit, u weet wel dat van Rutte in de afgelopen jaren, heeft met deze ongeziene wijziging van de wettelijke regelingen rondom de BBL, de arbeidsmarkt wederom een stukje gesloopt. In 2004 was Gerrit Zalm overigens de grootste sloper van de BBL met de afschaffing van de WVA. Het onderwijs zag haar BBL afdelingen daarna meer dan decimeren. In het verleden was een arbeidsovereenkomst overigens onderdeel van het dossier. In menig CAO waren zelfs aparte tabellen beloning opgenomen voor BBL werkkrachten. Het gevolg is uiteraard een absolute ‘race to the bottom’ en een irrelevant zware belasting van onze Sociale Zekerheid. In het geval van Virol Recycling Groep zou ik bijvoorbeeld graag weten hoeveel van de vorig jaar opgeleide groep jongeren uiteindelijk een dienstverband heeft gekregen bij Virol? Ik denk dat ik het antwoord wel weet. Ook vraag ik me af hoeveel normale dienstverbanden er binnen deze afdeling E-waste werkzaam zijn?
Wat mij rest is slechts de oproep tot een moreel appèl. Laten we met ons allen deze idioterie, een compleet nieuwe vorm van gratis personeel, stoppen. Werk mag en moet lonen, zelfs als je nog in opleiding bent. Ik hoop dan ook dat vakbonden en betrokken politici de handschoen oppakken en het nieuwe kabinet snel zullen dwingen maatregelen te nemen. Mocht u meer voorbeelden kennen van gratis BBL trajecten ontvang ik graag van u de bedrijfsnaam op info@batavirus.nl , bij voorkeur met de wervingsadvertentie. Het is namelijk nog niet de standaard. De meeste bedrijven betalen hun BBL-ers wel, zoals het hoort. Slechte werkgevers zullen we met plezier namen and shamen.
Bij ons in leerdam vroeg de nettorama ook bbl personeel. Ik weet niet of dit landelijk beleid is van de nettorama.