Afgelopen week ben ik geconfronteerd met klein leed. Bij een blijkbaar iets te enthousiaste kauwbeweging heeft het een mijner kiezen behaagt om te splijten. Een kies die overigens al meerdere malen gerepareerd was, een zwak elementje in mijn verder sterk gebit. Hoewel ik een haat-liefde verhouding heb met de tandarts, restte mij niets anders dan de gang naar de smoelensmid. De man kwam al spoedig tot de conclusie dat mijn kies nu echt niet meer te redden valt en vervangen dient te worden door een implantaat. Met één druk op de knop van zijn pc wist hij een offerte uit te draaien en me te vertellen dat mijn verzekering de kosten niet vergoed. Het simpele stukje porselein en de bijbehorende behandeling gaat me ongeveer € 1500 euro kosten. Een duur weekje, maar het is niet anders.
Ik wil het echter niet hebben over mijn klein leed en de aanslag op mijn spaartegoed. Nee, terwijl ik in de wachtkamer zat werd ik namelijk geconfronteerd met een bizarre uitwas van ons zorgstelsel. Een dame van respectabele leeftijd zat namelijk erg ontdaan voor zich uit te staren. Belangstellend vroeg ik haar wat er aan de hand was. Met horten en stoten vertelde ze mij haar bizar verhaal. Na de pensionering van haar man waren ze teruggevallen op een vrij mager inkomen. Het gevolg was dat ze moesten bezuinigen en hadden besloten de aanvullende tandartsverzekering te beëindigen. Iets wat ik heel goed begrijp, het gaat hier immers om een fors maandbedrag voor een verzekering die vrijwel niets meer dekt. De laatste jaren was haar gebit sterk in kwaliteit achteruitgegaan. Eigenlijk had ze altijd wel ergens pijn. De tandarts had gelukkig wel de oorzaak van de pijn gevonden. En hij wist haar zelfs te vertellen dat na zijn ingreep de pijn ten einde zou zijn. Mevrouw moest twee tanden inleveren en kreeg daarvoor twee prachtige implantaten terug. Ook zij had een offerte van de tandarts gekregen en tevens de mededeling dat de kosten voor deze behandeling zelf opgehoest moesten worden.
Niets aan de hand zou u denken, immers een kleine ingreep en verlost van de pijn. Maar, zoals al geschetst, deze mevrouw heeft het niet al te breed en kan de ingreep niet betalen. Voortvarend pakte ik mijn mobiel en vroeg in welke gemeente ze woonachtig was. Ik kreeg zonder problemen, wat uitzonderlijk is, de ambtenaar van dienst die gaat over de Bijzondere Bijstand aan de lijn. Deze wist mij al snel te vertellen dat haar gemeente niet kon voorzien in Bijzondere Bijstand voor deze behandeling. Wel had de beste man een goede tip. Hij adviseerde mevrouw haar hele gebit te laten trekken en te gaan voor een kunstgebit. Ten eerste valt deze behandeling namelijk wel onder de basisverzekering en ten tweede springt haar gemeente dan wel bij voor het resterende deel. Mevrouw keek helemaal opgelucht en gaf aan dit met de tandarts te willen bespreken.
Aldus geschiedde. Het resultaat van de bespreking was echter niet wat mevrouw er van verwacht had. Ondanks haar wil om een kunstgebit te krijgen, dan was ze immers ook van alle problemen verlost, deelde de tandarts haar mede dat de regels van de verzekeraar hier geen ruimte voor geven. De kosten voor een volledig kunstgebit kwamen overigens vrijwel overeen met de kosten van de twee aanbevolen implantaten, namelijk € 2500,00. Haar eigen bijdrage bedroeg dan 25%, welke ook nog eens werd vergoed door de Bijzondere Bijstand. De regels van de verzekeraar stonden deze elegante oplossing echter in de weg. De tandarts, de specialist in dezen, dient zich aan de regels te houden van deze verzekeraar. Met andere woorden, de verzekeraar zit op de stoel van de specialist.
Mocht u de komende tijd dus een toename zien van mensen die tanden missen als ze u toelachen, besef u dan het bovenstaande. Het betreft mensen die geen geld hebben voor implantaten, maar wel problemen met hun gebit die er toe hebben geleid dat ze een tand moesten missen. En daarmee is onze tandzorg een eeuw terug in de tijd. Wat mij echter nog het meest tegenstaat in dezen, is dat het zelfbeschikkingsrecht van het individu blijkbaar is overgeheveld naar de nukken en grillen van een verzekeraar die enkel en alleen uit is op winstmaximalisatie. We zijn dus geen “Baas in eigen bek!”
P.S. Mijn excuses voor het gebruik van het woord bek, maar gezien de associatie met baas in eigen buik bekte dit wat beter dan baas in eigen mond.
Een schokkend, maar herkenbaar verhaal over de kostenvergoeding van de tandarts. Ik mis twee kiezen aan de linkerkant. Het is te zien als ik breed lach, maar mijn portemonnee wint het van mijn ijdelheid. De implantaten zijn gewoon te duur.