De afgelopen dagen verscheen sociaal en cultureel antropologe prof. Dr. Gloria Wekker, emeritus genderstudies en hoogleraar Media en Cultuurwetenschappen, volop in het nieuws om haar nieuwste boek ‘White innocence’ te promoten. Een boek waarin ze stelt dat Nederlanders gepassioneerd rassendiscriminatie en koloniaal geweld ontkennen en daarmee ook de huidige vreemdelingenhaat en het agressief racisme. Met Nederlanders bedoelt deze Afro-Surinaamse uiteraard de witte Nederlander, etnisch profileren ten voeten uit. Als cultureel antropologe zou deze dame toch moeten weten dat Nederland al eeuwenlang een migratieland bij uitstek is, een smeltkroes van culturen waarbij je de vraag mag stellen wie een echte Nederlander is (inderdaad slechts 2% van ons is een echte Nederlander als we de norm hanteren dat je voorouders ook uit Nederland komen). De witte Nederlander bestaat dus niet. Ik hanteer liever de norm dat iemand Nederlander is wanneer hij beschikt over de Nederlandse nationaliteit, de juridische norm, mede omdat aan het hebben van deze nationaliteit rechten en plichten zijn verbonden. Mevrouw Wekker was overigens wakker genoeg om haar Nederlanderschap ten volle te benutten en zich omhoog te werken tot hoogleraar, uiteraard ondanks haar achtergestelde positie als Afro-Surinaamse. Ik kan me overigens niet aan de indruk onttrekken dat ze haar positie mede heeft bereikt door enige positieve discriminatie, immers een kleurtje en vrouw.
Het tweede punt van prof. Dr. Wekker is dat Nederlanders hun geschiedenis ontkennen. Haar redenatie is dat onze geschiedenis in onze genen zit, waardoor we heden ten dage nog steeds handelen vanuit het gedachtegoed van onze voorouders. ‘Gepassioneerd’ googelen heeft me binnen de wetten van de genetica geen enkele onderbouwing, laat staan bewijs, van deze absurde uitspraak opgeleverd. Mevrouw Wekker zou ook beter moeten weten, ze doelt namelijk op onze mentale programmering zoals beschreven door Geert Hofstede, zie onderstaand diagram. Een diagram dat duidelijk maakt dat cultuur aangeleerd gedrag is.
Bij Buitenhof wist mevrouw Wekker het zo te brengen dat ik me verantwoordelijk moet voelen voor de rol van mijn voorouders inzake de slavernij en daar voor moet boeten. Vanuit een schaamtecultuur een logische gedachtegang. Nederland is een schuldcultuur, dus wij (her)kennen dat gevoel niet. In onze cultuur is iedereen zelf verantwoordelijk voor zijn eigen daden en gedrag. Als mijn broer een inbraak pleegt kan ik daar niet voor veroordeeld worden.
Vervolgens eindigt deze dame met de ultieme beschuldiging dat Nederlanders tegenwoordig de representanten zijn van vreemdelingenhaat en agressief racisme. De controverse rondom Zwarte Piet wordt zelfs opgevoerd als het sluitend bewijs van vreemdelingenhaat en institutioneel racisme, zelf is ze uiteraard anti. Ook hier geeft onze cultureel antropologe een duidelijk signaal af dat ze niet voor niets emeritus is. Haar vakkennis heeft ze blijkbaar achtergelaten op de universiteit bij haar afscheidsfeestje. Ze kent in ieder geval de geldende definitie van racisme binnen de culturele en sociale antropologie niet.
Oxford English Dictionary: racisme is gebaseerd op de “mening of de ideologie dat leden van een ras bepaalde eigenschappen of kwaliteiten bezitten die specifiek zijn voor dat ras, in het bijzonder om het als beter of slechter van een ander ras te onderscheiden”.
Inmiddels ben ik er zover mee dat ik de aangiftepapieren heb klaarliggen, een aangifte wegens racisme. Ja, ook ik als ‘witte Nederlander’ kan namelijk gediscrimineerd worden. Het wordt dan ook tijd dat de witte Nederlander onderdeel wordt van het nationaal debat dat blijkbaar is aangezwengeld. Een debat dat gedomineerd wordt door mijn gekleurde medelanders die zo goed geïntegreerd zijn dat ze de royaal gevulde subsidieruif Racisme met zijn allen leegeten. Een trucje dat ik herken uit de miljarden subsidies die de afgelopen jaren zijn opgegaan aan diverse trajecten ten behoeve van de multiculturele samenleving. Subsidies die zijn gegaan naar vele kleurrijke personen en stichtinkjes waarvan we inmiddels de resultaten kennen, NIHIL. Ook mevrouw Wekker kent de weg naar de subsidiepotten en is zelfs als emeritus nog aan het bijklussen. Soms droom ik zelfs dat deze loopgravenoorlog eindigt als we de subsidies zouden afschaffen.
Als laatste wil ik mevrouw Wekker toch nog bedanken voor de term White innocence. Als ik terugkijk naar de afgelopen 20 jaren is niet de primaire betekenis onschuld maar de tweede betekenis naĩviteit eerder op zijn plaats. Een naïviteit die ik afwerp. Vanaf vandaag geldt voor mij de betekenis onschuld. Ik neem graag deel aan het debat, maar wel vanuit het basisprincipe dat ik de zaken bij naam mag benoemen. Ik discrimineer niet, ik onderken wel dat we allemaal verschillend zijn. Mijn uitgangspunt is dat degene die Nederlander wil zijn, bereid is om positief te participeren. Uiteraard hebben we het recht om elkaar op ongewenst gedrag aan te spreken. Ik ben het geklaag zat. Maar ik ben ook de ongefundeerde beschuldigingen zat. Nederland was en is een heerlijk tolerant land, vandaar mijn motto;
In het land waar iedereen zich thuis voelt, is niemand allochtoon.
Meer artikelen in deze categorie:
[catlist categorypage=”yes”]
Zolang u het zelf nog nodig vind om een betoog te beginnen met
ik discrimineer niet, maar
of
ik ben geen racist, maar
zolang zult u in de verdediging blijven tegen dit soort vergezochte en uit de lucht gegrepen beschuldigingen. Er zijn er meer van dan u ooit kunt weerleggen, en u blijft in het defensief. De beschuldigingen hoeven niet eens waar te zijn zolang er maar een negatieve lading aan hangt. Terwijl aan het hele betoog van die Gloria Wekker juist een discriminitoir randje zit.
Het word tijd om eens fijn onze schouders op te halen over dergelijke kwaadspraak en dergelijke kretologie als een geuzennaam te gaan dragen. En om met opgeheven hoofd tegen mevrouw Wekker te kunnen antwoorden als ze weer eens met haar polariserende haatspraak komt met allerlei beschuldigingen in het wilde weg : “Nou en ? Het is nu eenmaal nodig om op het juiste niveau met mensen zoals u te kunnen communiceren”.