Ieder jaar laait de discussie weer op rond 4 en 5 mei. De problemen rond het geven van geschiedenisonderwijs over de Holocaust, zeker waar het scholen in de grote steden met veel allochtone leerlingen van islamitische achtergrond betreft. Een heikel punt gezien het feit dat islamitisch geïnspireerd antisemitisme bij de jeugd in Nederlandse moslimgemeenschappen de laatste jaren steeds meer aan de oppervlakte komt.
Hoewel het tamelijk bizar is dat de Holocaust, nog maar zo kort geleden, als moreel ijkpunt van de westerse geschiedenis op sommige scholen in Nederland een taboe is geworden, snapt ondergetekende daar best wel iets van. De weerzin of het ongeloof van leerlingen die hier van huis uit niets of ‘iets anders’ over hebben meegekregen; het ‘ja maar de Palestijnen’. De gemiddelde geschiedenisleraar met een klas vol opstandige pubers op het vmbo of de havo in de grote steden gaat dit voor zijn leerlingen gevoelige onderwerp soms wellicht bewust uit de weg, om naast allerlei andere problematiek die er vaak in dit soort klassen speelt, liever relatief ongeschonden de eindstreep van de volgende vakantie te halen. Leraren zijn net mensen.
Al jaren wordt er van alles ondernomen om hier iets aan te doen maar met weinig effect: speciale lessen over de Holocaust en voorlichting over antisemitisme. Laatst werd ik door de bekende opiniemaker Wierd Duk benaderd om met een aantal andere ‘opiniemakers’ een petitie te starten om de indrukwekkende documentaire Shoah van Claude Lanzmann op alle middelbare scholen verplicht te stellen. Nu maken opiniemakers slechts opinies dus ik heb niks meer van dit initiatief gehoord, echter, hoe zeer ik dit initiatief ook zou toejuichen, het zal niet het gewenste effect teweegbrengen bij deze specifieke groep leerlingen.
Geschiedenisonderwijs draait namelijk niet alleen om feitenkennis, begrip van het verleden en eventuele lessen voor de toekomst. Het is voor leerlingen ook om inzicht te verkrijgen in ‘hun plek in de wereld’, als onderdeel van een collectief en ook als individu. Echter – enigszins gechargeerd – het rijtje de slag bij Nieuwpoort, De Gouden Eeuw, Slavernij, de Franse Revolutie en vervolgens de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust is voor deze specifieke groep leerlingen met een islamitische achtergrond (het gaat overigens niet uitsluitend om deze groep) niet voldoende om dat inzicht te verwerven. Extra of op een andere manier aandacht aan de Holocaust schenken heeft dan ook weinig zin tenzij je dat onderwijs meer toespitst op ‘de plek in de wereld’ van juist deze leerlingen.
Dat betekent praktisch dat je het Holocaustonderwijs inbedt in de historische achtergrond en culturele identiteit van deze leerlingen. Dus een programma dat de geschiedenis (let op, niet de religie an sich) van de islam en de islamitische wereld omvat. Me dunkt dat deze groep leerlingen wat dat betreft vanuit ‘historisch’ oogpunt hier weinig over van huis uit meekrijgen. Ook de geschiedenis van Marokko en Turkije komen in dit programma uiteraard aan bod. En hoewel de kern van het programma de Holocaust is, wordt ook het gelieerde – zeker voor deze leerlingen – Israëlisch-Palestijns conflict behandeld. Dit zich voortslepende conflict is de belangrijkste katalysator van antisemitisme onder Nederlandse moslimjongeren en hoewel vaak oprecht met de ‘broeders en zusters in Palestina’ wordt meegeleefd, is een korte blik op het hysterische en vaak irrationele discours tijdens anti-Israël demonstraties van de laatste jaren genoeg om te beseffen dat goed feitelijk historisch onderwijs over dit conflict in samenhang met de Holocaust noodzakelijk is.
Wat dus nodig is, is een ’taskforce’ van historici die in samenwerking met scholen een integraal zoals hierboven beschreven programma opzetten rond het kernthema de Holocaust, van 10 á 15 lesuren. Dit programma zal dan op de bewuste scholen gedoceerd worden door een team van externe historici met een gedegen kennis van alle behandelde materie én die persoonlijk tegen een stootje kunnen; die dus ook een beetje ‘streetwise’ zijn. Ondergetekende biedt zich via dit stuk ook nadrukkelijk aan. De vaste geschiedenisdocenten zijn natuurlijk betrokken bij de lessen maar worden ook bewust een beetje uit de wind gehouden, zodat conflictsituaties niet direct met hen in verband te brengen zijn. Het doel is specifiek gericht naar de plek die deze leerlingen innemen binnen deze uitgebreide, veelzijdige en gepolariseerde geschiedenis, uitgaande van zo objectief mogelijke geschiedwetenschappelijke informatie.
Uiteraard zal het ISLAMISERING!! geschreeuw niet van de lucht zijn als deze taskforce werkelijkheid wordt, maar dat geschreeuw zal er ook zijn wanneer de taskforce er niet komt. Bovendien is islamitische geschiedenis en het Israëlisch-Palestijns conflict bij het kernonderwerp van de Holocaust betrekken juist een vorm van de-islamisering, daar geschiedenis – niet theologie – het wetenschappelijke uitgangspunt is. En dat nog los van het feit dat de doelgroep van het programma veelal gewoon in Nederland geboren Nederlanders betreft die uiteindelijk gewoon hun plek moeten vinden in de Nederlandse samenleving.
PS: Zoals u van Batavirus gewend bent en na eerdere onderwerpen als de vluchtelingenproblematiek, de Nederlandse politie, verherinvoering van de dienstplicht en het enorme dossier over de arbeidsmarkt van zijne nuchterheid Watapatja, zal de komende maanden ook een integraal hervormingsplan van het hele middelbare onderwijs in Nederland gepubliceerd worden. De kern daarvan is het qua status, salariëring en zeggenschap opkrikken van één van de essentiële beroepen van de samenleving: leerkracht. Ook zullen er twee verplichte vakken voor alle middelbare scholieren geïntroduceerd worden: weerbaarheidstraining en massage. Als het aan Batavirus ligt komen alle leerlingen in Nederland als gediplomeerd masseur, masseuse, masgenderneutraaleuse van de middelbare school af en masseren zij elkander naar een wat minder hysterische samenleving!
Meer artikelen in deze categorie:
[catlist categorypage=”yes”]