Hoe het framen van ‘islamofobie’ in Nederland werkt
Het woord ‘islamofobie’ is een beladen term in het Nederlandse islamdebat. Vooral na de aanslagen in Parijs – Charlie Hebdo en Bataclan – lijkt er vanuit de regressief linkse media en de moslimgemeenschap zelf, koste wat het kost, een soort alarmistische sfeer rond islamofobie in Nederland geschapen te moeten worden. Ik schreef daar op deze site al eerder een uitgebreid artikel over. Veel islamofobe incidenten in de media of op sociale media hebben echter een hoog hoax gehalte en na de initiële #ophef hoor je er nooit meer wat van. Batavirus nam daarom de proef op de som en volgde een in de media breed uitgemeten ernstige islamofobe mishandeling van een moslima van het begin tot het eind, de uiteindelijke rechtszaak gisteren in de Rechtbank van Rotterdam.
De zaak
Op vrijdag 13 maart 2015 verscheen in het Algemeen Dagblad dit artikel en op de site van het Algemeen Dagblad dit latere artikel waarvan alleen de kop gewijzigd is. De oorspronkelijke kop luidt: Vrouw slachtoffer van ‘moslimhaat’.
De 40-jarige Marokkaanse Ilham Mohktari werd voor het stoplicht zonder aanleiding in haar auto ernstig mishandeld door een Nederlandse man. De zaak zorgde voor veel ophef op sociale media en de Rotterdamse islamitische partij NIDA stelde daar al op 11 maart – voor het artikel in het Algemeen Dagblad – schriftelijke vragen over in de Rotterdamse gemeenteraad waarbij zij het incident betitelt als ‘ernstig geweldsmisdrijf gedreven door moslimhaat’. Let daarbij vooral ook op hoe bij de vragen van NIDA automatisch wordt uitgegaan van het feit dat het om een islamofoob incident gaat. Burgemeester Aboutaleb geeft in zijn antwoord aan liever de rechtszaak af te wachten om vast te stellen of het hier wel een ‘daad die als “haat” op te vatten is’ betreft. Desalniettemin trad NIDA groot met het islamofobie frame en de raadsvragen naar buiten.
De rechtszaak
De rechtszaak wordt in de zomer een aantal keer verplaatst omdat er nog getuigen gehoord moeten worden. De verdachte is de 65-jarige Martinus S. Hij is een inmiddels gepensioneerde taxichauffeur die nog een aantal dagen in de week met een busje gehandicapte kinderen vervoert. De rechter maakt direct duidelijk dat het om een verkeersruzie gaat. Van islamofobie, moslimhaat of discriminatie is geen enkele sprake. Deze woorden vallen ook niet één keer in de hele rechtszaak. Martinus mag van de rechter eerst zijn kant van het verhaal vertellen. Hij maakt een zenuwachtige en nederige indruk. Het is ook de eerste keer dat hij voor een rechtbank verschijnt in zijn leven. Martinus vertelt dat mevr. Mohktari toeterend en seinend achter hem reed op een nogal gevaarlijk kruispunt in Rotterdam waar hij veel ongelukken heeft zien gebeuren. De rechter kent de plek ook. Voor de afslag naar Hillegersberg haalt mevr. Mohktari hem rechts in en gaat op de afslag boven op de rem staan waardoor Martinus ook plotseling moet remmen. Het stoplicht is rood en hij stapt uit om verhaal te halen.
De twee verklaringen
Wat er vervolgens echt is gebeurd wordt tijdens de zaak ook niet duidelijk. Volgens de verdachte heeft hij mevr. Mohktari met geen vinger aangeraakt tot hij terugliep naar zijn auto en van achteren gegrepen werd en een worsteling ontstond. Hij hield daar een gescheurde blouse en wat bloedende, naar het zich laat aanzien, krabwonden aan over, die op foto’s in het dossier zitten. Martinus deed hier overigens ook aangifte van, maar heeft daar tot op heden nog niets van gehoord. Volgens de verklaring van het slachtoffer, die overigens door haar dochter als tolk afgelegd werd, gaf de verdachte haar moeder zomaar zonder aanleiding enkele harde stompen op haar hoofd door het autoraampje. Daarna keerde hij nog twee keer terug om haar weer herhaaldelijk op het hoofd te stompen. Van het ogenschijnlijke letsel dat het slachtoffer hier aan over gehouden zou moeten hebben is, op een blauwe plek op de onderarm en in de nek, bij de dokter echter niets te zien. Het slachtoffer had wel een hersenschudding en tijdens de rechtszaak, waar ze overigens wel de rechter in het Nederlands te woord staat, geeft ze aan nog veel klachten te hebben als gevolg van de mishandeling. Haar gezondheid voor het incident was echter ook al niet best, ze was in behandeling bij het Riagg en is een alleenstaande moeder van vier kinderen.
De getuigen
De getuigen bieden helaas ook geen duidelijkheid. Een van de getuigen was een politieman in vrije tijd. Hoewel hij in een eerste verklaring slaande bewegingen van de verdachte had gezien, zwakt hij dat in een latere verklaring af tot gebarende bewegingen. Opvallend is dat ook bij de getuigenissen geen woord wordt gezegd over schelden of islamofobie. Het OM acht mishandeling echter bewezen – op het drie keer herhaaldelijk stompen na – en eist 60 uur werkstraf en €1552,50 schadevergoeding waarvan € 750,- immateriële schade. De advocaat van de verdachte vraagt vrijspraak vanwege onvoldoende bewijs voor mishandeling. Bovendien geeft hij aan dat de getuigen beïnvloed waren door alle media-aandacht en dat de verdachte hier ook last van heeft gehad. De verdachte werd in de berichtgeving voor racist uitgemaakt. Daarnaast vindt hij het vreemd dat de verdachte niet normaal ontboden is om een verklaring af te leggen op het politiebureau, maar thuis gearresteerd en meegenomen werd. De advocaat vraagt zich of het politieke aspect van de zaak – de raadsvragen van NIDA – hier wellicht een rol in heeft gespeeld.
De uitspraak
Rechter de Doelder spreekt Martinus bestraffend toe. Martinus had gewoon niet uit zijn auto moeten stappen om verhaal te halen. Daarmee staat hij als verdachte direct 1-0 achter waarop Martinus knikt en zegt dat hij dat nooit meer zal doen. De rechter acht lichte mishandeling bewezen – het 3 keer herhaaldelijk stompen gelooft hij niet – en veroordeelt Martinus tot een voorwaardelijke boete van € 1000,-. De geëiste immateriële schade (€750,-) wordt niet ontvankelijk verklaard. Als de verdachte de overgebleven materiële schade (+/- € 800,-) binnen drie maanden aan mevr. Mohktari overmaakt komt de opgelegde boete van € 1000,- te vervallen.
‘Ernstig misdrijf gedreven door moslimhaat’
De hele zaak blijkt dus een uit de hand gelopen verkeersruzie waarbij de verdachte die verhaal ging halen, waarna een worsteling/handgemeen ontstond, terecht veroordeeld is als de aanstichter. Sowieso is het natuurlijk niet netjes om een vrouw – wat er ook precies gebeurd moge zijn – zo te behandelen. Wat wel opvalt is dat de aanklacht van het slachtoffer, ook volgens de rechter, overdreven lijkt. Tijdens de rechtszaak is geen enkele keer sprake van islamofobie of een ‘hatecrime’ geweest. Aan de hand van de verklaring van het slachtoffer en de daarop volgende ophef op sociale media stelde NIDA op 11 maart echter wel de bovenvermelde raadsvragen, waarbij het incident omschreven wordt als ‘een ernstig misdrijf gedreven door moslimhaat’. Op 13 maart verschijnt het artikel ‘Vrouw slachtoffer van moslimhaat’ in het AD, waarna NIDA nog een persbericht verstuurt over islamofobie, verwijzend naar het artikel. Hoewel NIDA zich zorgen zegt te maken over islamofobie en de onrust die hierdoor ontstaat binnen de moslimgemeenschap, lijkt zij die onrust zelf aan te willen wakkeren. Verbazingwekkend ook dat er niemand van NIDA aanwezig was bij de rechtszaak. Ook was er niemand van het Algemeen Dagblad om de zaak te verslaan. Ondergetekende was naast de betrokken partijen de enige in de zaal.
Het vervolg
Het mag duidelijk zijn dat wij Bataviristen ons verder in deze zaak vast zullen bijten. Ook nodigen wij andere media, in het bijzonder het Algemeen Dagblad, uit om de zaak verder te onderzoeken. De rol die de Rotterdamse islamitische partij NIDA met voorman Nourdin El Ouali gespeeld heeft, riekt naar het aanwakkeren van een fobie voor islamofobie binnen de moslimgemeenschap. Dat lijkt ons niet koosjer, to say the least. Ook lijkt het ons verstandig dat de media volgende vermeende ‘islamofobe’ incidenten niet klakkeloos overnemen, maar grondig uitzoeken.
UPDATE: Op twitter is er nu nogal veel te doen over wat de uitspraak van de rechter precies was. Vooral Nourdeen Wildeman is erg vasthoudend in het betwijfelen van de integriteit van ondergetekende. Als een van de aangesprokene heeft hij dat goed recht. Mocht ondergetekende vanwege een reden, die hij zich zelf niet voor kan stellen, fout zitten wat betreft de opgelegde straf die hij uit heeft horen spreken gisteren in de rechtszaal, dan zal hij dat uiteraard openlijk rechtzetten en excuus aanbieden aan de gemachtigde. De beschuldiging van liegen is door de verwarring niet meer gepast en dus aangepast. Vooralsnog, tot het vonnis gepubliceerd is, blijft ondergetekende bij wat hij hoorde in de rechtszaal. Het #ophef staartje over de straf doet echter niets af aan de kern van het verhaal hoe een mishandeling na een verkeersruzie door NIDA werd geframed als een misdrijf gedreven door moslimhaat. Het lijkt wat dat betreft veelzeggend dat Nourdeen Wildeman maar over de straf blijft doorgaan maar niet reageert op de vraag wat hij vindt van het onterechte islamofobie frame van de partij NIDA in deze zaak.
Meer artikelen in deze categorie:
[catlist categorypage=”yes”]
Goed gedaan Jan. Ontmasker al die leugens maar
Goed dat je erbij was! En zoals gewoonlijk weer heel netjes verwoord Jan. Wat een leugenachtig gedoe weer. Verder niks gezegd over het rijgedrag van mevrouw Mohktari? Heb eerder het idee dat mevrouw zelf straf verdient voor meineed en overtreding vd verkeersregels.