In 1787 stond mijn voorvader Arnold van Haeften met zijn schutters voor het stadhuis in Delft opgesteld om een groep orangisten uit Den Haag te stoppen. Diverse huizen van bekende patriotten werden geplunderd, waaronder dat van mijn bet-betovergrootvader, en in het sociëteitsgebouw van het patriottische exercitiegenootschap werd het servies met zinnebeeldige afbeeldingen van de vrijheid aan diggelen gegooid. Maar bij het stadhuis kon Arnold de ‘oranjeboven-schreewers’ en plunderaars stoppen.