Soms kom je van die berichten tegen waar je direct de nodige vraagtekens bij zet. In dit geval gaat het om het bericht waarin Tirza de Fockert oppert om vluchtelingenboten rechtstreeks aan te laten leggen in Amsterdam. Een bericht dat tot grote verontwaardiging en hilariteit leidde op Social Media. Nou is dat op zich niets bijzonders voor ideeën die uit de koker van GroenLinks komen. GroenLinks is namelijk de vergaarbak van idealisten en gutmenschen die onvoorwaardelijk geloven in open grenzen, een autovrije wereld, een inclusieve samenleving en zoals de naam al zegt een groene wereld. Enig besef dat we een gezonde economie (welvaart) nodig hebben om al die luxe (welzijn) te financieren is uiteraard niet gewenst onder de GroenLinksaanhang. Nee, bij hun reiken de bomen bij voorbaat tot in de hemel. En daarmee is de cirkel rond, de gekte van GroenLinks is verklaard. En toch, het idee van Tirza vraagt een nadere beschouwing.
Tag: Amsterdam
Een dag niet geërgerd, is een dag niet geleefd.
De mens is een vreemd wezen. Neem nou deze onderstaande tweet waar de fractievoorzitter van de VVD te Amsterdam Eric van der Burg zijn ergernis uitspreekt over iemand die zit te genieten van een sigaretje of sigaartje na een heerlijke lunch op een Amsterdams terrasje in de buitenlucht.
Eric gaat hierbij aan een paar zaken voorbij. Hij vergeet dat diezelfde Amsterdamse buitenlucht die hij inademt toebehoort aan één van de meest vervuilde steden van Nederland. Het aandeel van de roker is hierbij trouwens niet meetbaar verwaarloosbaar klein. Dagjestoeristen en plattelandsbewoners / periferisten kunnen trouwens beamen dat steden vervuild zijn. Hun gevoelige neus neemt de stank van een willekeurige stad bij aankomst direct waar, zeker als een nationale hittegolf in combinatie met een ernstig hemelwatertekort het land teistert en de geuren exponentieel versterkt. Een verfrissend regenbuitje doet normaliter wonderen met betrekking tot omgevingsgeuren. Een tweede punt waar Eric aan voorbijgaat is dat hij de vrije keuze heeft en dus niet op het terras behoeft te zitten. Zijn partij heeft er namelijk mede voor gezorgd dat de roker inmiddels is verbannen naar de buitenlucht. Binnen had hij ongestoord en rookvrij van zijn lunch kunnen genieten.
Lees verder “Een dag niet geërgerd, is een dag niet geleefd.”
De gevraagde burgemeester
Zoals iedereen in de media heeft kunnen volgen is Amsterdam op zoek naar een opvolger voor hun de hemel in geprezen burgemeester Eberhard van der Laan. De gemeenteraad heeft hiertoe een profielschets opgesteld, goedgekeurd en de vacature werd geplaatst. Tot mijn verbazing reageerden 29 kandidaten op deze hondenbaan. De vertrouwenscommissie vond dit echter niet genoeg en besloot de vacaturetermijn te verlengen, c.q. de vacature opnieuw open te stellen. Blijkbaar heeft de gewenste kandidaat niet gereageerd. De 29 kandidaten die wel hebben gereageerd raad ik aan hun sollicitatie in te trekken. Je moet er toch niet aan denken nu alsnog de functie te mogen invullen. De zweem van tweede keus en eigenlijk niet geschikt zal je blijven achtervolgen. Ik kan me geen vacature voor de geest halen waar de sollicitanten overigens zo worden geschoffeerd. Maar door wie worden ze eigenlijk geschoffeerd, wie hebben zitting genomen in deze vertrouwenscommissie? Vastgelegd is in ieder geval dat de commissie bestaat uit twaalf leden, te benoemen door en uit de gemeenteraad, zodanig dat elke fractie in de commissie is vertegenwoordigd. Wel, het gaat om de volgende gemeenteraadsleden; Zeeger Ernsting (GroenLinks), Mascha ten Bruggencate (D66), Marianne Poot (VVD) , Hendrik Jan Biemond (PvdA), Nicole Temmink (SP), Annabel Nanninga (FvD), Mourad Taimounti (DENK), Johnas van Lammeren (Partij van de Dieren), Don Ceder (CU), Wil van Soest (Partij van de Ouderen), Diederik Boomsma (CDA) en last but not least Sylvana Simons (BIJ1). Hiermee is direct het lage aantal sollicitanten verklaard, je moet er toch niet aan denken dat je beoordeeld moet worden door de leden van deze commissie.
De praktische gevolgen van de gendergekte
Vandaag heeft onze aankomende demissionaire regering besloten om registratie van genders in te perken, en waar nodig helemaal te vermijden. Een oplossing voor een probleem dat alleen bestaat in de hoofden van een dusdanig kleine minderheid, dat het bij mij persoonlijk vragen oproept waar deze symboolpolitiek voor nodig is. Het helpt niemand, het is anti-wetenschappelijk (immers: iedere tienjarige weet na één biologieles dat er slechts 2 chromosomen bestaan die je geslacht bepalen) en zorgt enkel voor verwarring en vervreemding. In eerste instantie zou het alleen maar gaan over dingen zoals briefaanheffen vanuit de overheid, maar de voetnoot ‘Waar nodig gaan we het vermijden.’ laat nogal wat speelruimte over. En dat kan beide kanten op gaan. Laten we eens kort doornemen van wat deze dictatuur van de minderheid kan betekenen als dit beleid de komende jaren wordt opgerekt naar andere sectoren. Want, zoals we allemaal weten, dit is slechts een eerste overwinning voor de SJW’s in den lande. En nu ze bloed ruiken, gaan ze voor de volle mep. Volledige genderneutraliteit in alle aspecten van onze samenleving. Daarom is het handig om een overtrokken doch praktisch beeld te schetsen van de maatschappij die ontstaat als zij met hun succesvolle lobby compleet hun zin krijgen. Lees verder “De praktische gevolgen van de gendergekte”
Het is gedaan met de homobaan in het nieuwe Oosterpark
Gisterenmiddag verzorgde stadsdeel Oost een rondleiding door het verherverbouwde (dixit firma Biereco) Oosterpark. Uw verslaggever van Ons Oosterpark en vertegenwoordiger van het collectief ‘De honden van het Oosterpark’ was daar uiteraard bij aanwezig om de vernieuwing van het lusthof van Oost voor u te verslaan. Enigszins onwennig – ik ben zelf stadsgids maar word snel recalcitrant wanneer ik zelf in een groepje mee moet lopen – gingen we onder leiding van een gids op pad met een dertigtal wat oudere buurtbewoners.
Lees verder “Het is gedaan met de homobaan in het nieuwe Oosterpark”
Briefje van Omejan: Aan Easterga
Lief strontdorp,
Soms is de strontlucht erger dan gebruikelijk bij jullie hè? En nee, dan heb ik het niet over het stiekem in de nacht stront rijden tijdens een onverwacht regenbuitje.
Jullie zijn een boerendorp met slechts 43 inwoners. Eentje daarvan is Jan Dijkgraaf. Jullie kennen hem wel, die lelijke kleine gnoom die zichzelf heel wat vindt. Ik kan me voorstellen dat jullie over hem roddelen als hij met zijn putlucht arrogantie het dorp binnen komt rijden en de gezonde boeren strontlucht net dat vleugje zwavel meegeeft dat die opeens niet meer te harden is.
‘U, burgerlieden alleen behoort de de Salon des Variétes’
De Salons des Variétés van Amsterdam en hun publiek 1839-1854
Op 2 september 1839 opende Joseph Duport de eerste Salon des Variétés van Amsterdam aan de Nes. De Salon des Variétés bood een nieuwe manier van uitgaan in Amsterdam. Een toneelprogramma van meerdere vaudevilles per avondvoorstelling in een klein luxe theater waar tijdens de voorstelling gedronken en gerookt mocht worden. De Salon van Duport was een regelrechte hit in het Amsterdamse uitgaansleven. ‘Deze volks-schouwburg wint gedurig nog al meer in aanzien en achting bij ons publiek, en de meeste avonden der week is de zaal te klein, om de toestromende menigte behoorlijk plaatsing te geven,’ zo meldde het Algemeen Handelsblad in 1840.[1] Een extra bijzonderheid van de Salon van Duport was, volgens schrijver en ‘theaterverheffer’ J.H. Rössing in 1909, dat bezoekers uit zowel de lagere als hogere en zelfs de deftige burgerij haar zouden hebben bezocht en, wegens het ontbreken van rangen, gemengd in de zaal de voorstelling volgden. Er hing een losse sfeer, er werd gebroken met de deftige omgangsvormen in het uitgaansleven die de standenmaatschappij van Amsterdam in de eerste helft van de negentiende eeuw zo kenmerkten.[2]
Lees verder “‘U, burgerlieden alleen behoort de de Salon des Variétes’”
[Gastcolumn] De Dictatuur der Diversiteitspieten
Wie Amsterdam zegt, zegt Rijksmuseum, grachten of sex, drugs & rock ’n roll. Wie daarentegen Enkhuizen zegt, die krijgt, waarschijnlijk, een vragende blik. Dikke kans dat een hoop Nederlanders niet eens weten waar het überhaupt lígt. Iets dat, voor een groot deel, waarschijnlijk komt doordat onze hoofdstad zo ongeveer dagelijks in het nieuws is, terwijl Enkhuizen de landelijke media zelden haalt – slechts toen er een levensgevaarlijke gifslang zou zijn ontsnapt (die uiteindelijk echter nooit werd gevonden), of toen de plaatselijke wethouder middels een twitter-actie de dijk tussen Enkhuizen en Lelystad op de weerkaart van het RTL-nieuws wilde krijgen (anders dan de slang was dat géén grap), slaagde Enkhuizen erin de landelijke media te halen. Twee frivole berichtjes, type komkommertijd. Verder niks.
Amsterdam weet het landelijke nieuws, zoals gezegd, wél te frequenteren, maar bij mij, woonachtig te Enkhuizen (en trots op m’n stadje!!), leidt dat allerminst tot jaloezie. Integendeel!! Zo is Amsterdam de crimineelste stad van Nederland, terwijl Enkhuizen stukken beter scoort, en waar in 020 de kransen voor de dodenherdenking ’s nachts worden verwijderd, wegens grote kans op vandalisme en vernieling, blijven ze in de haringstad (de bijnaam van Enkhuizen) dag en nacht keurig liggen. Waar het Kerstfeest in onze hoofdstad niet overal meer ‘Kerstfeest’ heet (“om alle culturen tegemoet te komen”, aldus het Parool) creërt Enkhuizen elk jaar een Anton Pieck-achtig sfeertje in de oude haven (met duizenden waxinelichtjes) en terwijl Amsterdam zich bezighoudt met genderneutrale toiletten is the talk in town in mijn stadje de herinrichting van het lokale recreatie-gebied (stukke “normaler” dan dat gender-geëmmer). Of, nog zoiets, waar in Mokum inmiddels de azaan (de islamitische gebedsoproep) steeds gebruikelijker wordt, houden we het in Enkhuizen bij de mooie en respectabele klanken van onze twee eeuwenoude hemony-carillons.
Geen hoofdstedelijke hysterie en quasi-progressivisme dus, bij ons in West-Friesland, en een mooi voorbeeld daarvan is (of liever: wás, lees maar verder) het Pietendorp. Een jaarlijks terugkerend evenement waarbij het Zuiderzeemuseum (een nagebouwd vooroorlogs dorp met tal van kleine huisjes en oude ambachten) wordt omgetoverd in een waar Sinterklaas-festijn. Ruim honderd Zwarte Pieten (voelt u ‘m al aankomen?) houden zich bezig met de verkoop van snoep, het bemannen van de nostalgische draaimolen en het ondersteunen van talloze activiteiten. Kinderen kunnen overal bij helpen en voor het museum zijn de Pieten-dagen een groot succes. In Enkhuizen is er geen haan die een punt maakt van de zwarte kleur van de Pieten, alle heisa immers is bovenal een randstedelijk dingetje, maar na jaren van zorgeloos en ongedwongen feesten was het in 2015 helaas gedaan met de rust. Een groepje van maar liefst twintig tegenstanders van Zwarte Piet (twintig!!) was speciaal voor hun preoccupatie met dat beetje schmink naar Enkhuizen getrokken om aldaar bij het Pietendorp te demonstreren. De organisatie bleef er echter nuchter onder, “Zwarte Piet blijft Zwarte Piet”, zo klonk het, maar wel deden ze de toezegging dat het uiterlijk van de Sinterknecht, ik citeer, “stapje voor stapje” zou worden aangepast. Een term, dat ‘stapje voor stapje’, die nogal rekbaar zou blijken, want waar in 2016 nog werd besloten dat “slechts” een op de vijf Pieten een zogeheten roet-Piet moest zijn deelde het Zuiderzeemuseum haar vrijwilligers medio mei 2017 per mail plots mede dat het over en uit is met Zwarte Piet en dat enkel de roetveegvariant nog is toegestaan. Een luttele twintig activisten hebben één keer lopen gillen en nog géén twee jaar later is het museum compleet overstag.
De vrijwilligers, waar het hele evenement op draait, hebben niets in de beslissing in te brengen, velen lijken nu zelfs af te haken, en om de boel draaiende te houden moest het museum in 2016 haar toevlucht zoeken in wat stagiaires en jongeren, in plaats van in de harde vrijwilligers-kern. “Ik begrijp niet dat het museum alles omgooit vanwege een paar demonstranten bij het hek”, citeert de regionale krant een van de teleurgestelde vrijwilligers, die daarmee, waarschijnlijk onbewust, de spijker zeldzaam trefzeker op de kop slaat. De Pietendiscussie wordt weleens afgedaan als overdreven, of stompzinnig, want waarom zo star vasthouden aan dat zwarte kleurtje? Wat maakt het nou uit als Piet roetvegen krijgt, of groen wordt, of desnoods pimpelpaars met gele stippen? In principe niets, dat klopt, maar gaat het bij deze hele heisa niet om veel meer dan alleen dat kleurtje? Gaat het niet uiteindelijk om een pricipe? Zou het, om het in een kerk-metafoor te zeggen, niet om het prekende vingertje gaan, in plaats van om de boodschap?
In het gros van Nederland is de zwarte schmink van Piet totaal geen issue. In dorpen speelt het überhaupt niet, buiten de Randstad vieren mensen Sinterklaas zoals ze het gewend zijn, en de roetveegpiet? Da’s iets voor Amsterdam, of een van de andere grote steden. Desalniettemin, zie Enkhuizen, begint de discussie ook richting de periferie te sijpelen – zelfs het Friese Grou (slechts 5733 inwoners!!) weten de activisten tegen Zwarte Piet inmiddels te vinden. BN’ers verzetten zich tegen Zwarte Piet, de Verenigde Naties bemoeien zich ermee (alsof die niks beters te doen hebben…) en de regering, aldus voormalig minister Van der Steur in antwoord op Kamervragen van DENK, is er “voorstander van dat het feest met de tijd meegaat” (een eufemisme voor: veranderen die hap!!). Anders dan Prinsjesdag en Koningsdag, met hun officiële karakters, is het Sinterklaasfeest bij uitstek een volksfeest, het is een feestje van, voor en door lokale gemeenschappen. De commercie heeft het, zoals wel vaker, een beetje gekaapt, maar in de kern draait het nog steeds om intochten, schoentje zetten, snoep, surprises en cadeautjes. Je zou zeggen: laat het over aan waar het hoort, aan die lokale gemeenschappen. Besluit Amsterdam om Piet aan te passen? Prima, vooral doen. Maar kiest Enkhuizen, Grou, Medemblik, Hendrik Ido Ambacht of Bergen ervoor om Piet gewoon lekker zwart te houden? Ook prima, ook zeker doen. Helaas echter denkt de Randstad daar anders over. Amsterdammers, aldus geograaf Josse de Voogd, “hebben de neiging aan inwoners van Emmen of Leeuwarden te vertellen wat ze moeten doen, hoe ze zich moeten opstellen tegen vluchtelingen en wat ze van Zwarte Piet moeten denken”. Vroeger was het de dominee of pastoor die op een verhoogde kansel stond te oreren hoe je diende te leven, tegenwoordig zijn het de zelfbenoemde progressievelingen (dikwijls woonachtig in de Randstad) die weten “hoe het heurt”.
Vandaag is het Zwarte Piet, vandaag moet het Enkhuizer Pietendorp zich aanpassen omdat een kleine kosmopolitische klasse (die waarschijnlijk geen idee heeft waar Enkhuizen überhaupt lígt…) dat zo wenst, maar wat is het morgen? Moet het buurthuis in Emmercompascuüm binnenkort genderneutrale toiletten installeren? Moet de Burgemeester Waldaschool op Ameland, net als de Vrije Universiteit in Amsterdam, straks aan de islamitische gebedsruimte? We zijn toch een vrij land? Waarom wordt het geluid van de ene groep dan zo opgedrongen aan de andere? Het Sinterklaascomité van Harderwijk dwingt geen enkele DWDD-tafeldame of Volkskrant-columnist om Pakjesavond verplicht bij hen mee te vieren, waarom trachten die DWDD-dame en Volkskrant-scribent dan wel om dat lokale Harderwijker comité zover te krijgen zich te schikken naar de Mokummer mores? Het toverwoord dezer dagen was toch ‘diversiteit’, wat is er zo divers aan een land waar iedereen eenstemmig hetzelfde kosmopolitische liedje loopt mee te neuriën?
Dit is een gastcolumn van Dave Boots, die ook op Twitter actief is onder de naam @nandoecolumnist
Batavirus out of the box: De Nederlandse politie
Laat ondergetekende dit stuk allereerst beginnen met alle Nederlandse politiemensen een hart onder de riem te steken. Jullie hebben een hele zware baan waar mijns inziens een veel te laag loon tegenover staat. Jullie draaien lange en onregelmatige uren om, soms met gevaar voor eigen leven, de samenleving veilig te houden, misdrijven op te lossen en boeven te vangen. En dat in een land waar er in tegenstelling tot andere landen zeer weinig ontzag of respect voor de lange arm der wet bestaat, terwijl jullie handelen wel continu onder een zeer kritisch vergrootglas ligt. Dus petje af. Het is een zware baan onder moeilijke omstandigheden. Dat neemt echter niet weg dat ik de kwaliteit en doeltreffendheid van het Nederlandse politiewerk over het algemeen ondermaats vind. Waar zit hem de pijn die hieraan ten grondslag en ligt en wat kunnen we daar effectief aan veranderen?
Lees verder “Batavirus out of the box: De Nederlandse politie”
Boekrecensie: Amsterdam in vogelvlucht. Stad op de drempel van de Gouden Eeuw
Het eerste deel van de vorig jaar verschenen bundel Jacob Cornelisz van Oostsanen (ca.1475-1533). De Renaissance in Amsterdam en Alkmaar naar aanleiding van de gelijknamige tentoonstellingen in het Stedelijk Museum Alkmaar en het Amsterdam Museum, is onlangs uitgebracht als zelfstandige uitgave onder de naam Amsterdam in Vogelvlucht. Hoewel directeur van het Amsterdam Museum Paul Spies in het voorwoord aangeeft dat de nieuwe uitgave is bewerkt, blijkt bij een snelle inspectie dat niet het geval te zijn. Het eerste deel van de bundel over Van Oostsanen is vrijwel ongewijzigd overgenomen.
Lees verder “Boekrecensie: Amsterdam in vogelvlucht. Stad op de drempel van de Gouden Eeuw”