Afgelopen week werden we weer overspoeld met positief nieuws over de Nederlandse economie. De arbeidsmarkt floreert als nooit tevoren. Klaas Dijkhoff haakte daarop in door op het VVD congres te verkondigen dat de uitkeringen verder omlaag kunnen, afschaffen was nog een brug te ver blijkbaar. Het UWV weet ons met haar kristallen bol in de hand te voorspellen dat het aantal uitkeringen fors verder zal dalen. Verontrustend is dat het UWV ook weet te melden dat een groot aantal sectoren moeite zal hebben met het vinden van gekwalificeerd personeel. De mooiste zin is echter dat de werkgelegenheid sneller groeit dan het arbeidsaanbod. In het verlengde van het UWV komt Randstad binnenkort uiteraard weer met allerlei projecten, door het UWV te financieren, om de hiaten in de arbeidsmarkt op te vullen met migranten. Het is dus tijd om weer eens in de echte cijfers te duiken.
Economie
We kunnen niet ontkennen dat onze economie op volle toeren draait. In deel 1 van “De echte cijfers van de arbeidsmarkt” hebben we daarom gekeken naar de toename van het totale aantal gewerkte uren per kwartaal. Voor een gezonde en evenwichtige economie hanteren we nog steeds de norm dat ieder lid van de beroepsbevolking 28 uren per week betaald actief is ongeacht de contractvorm. In onderstaande grafiek ziet u de totale ontwikkeling van het aantal gewerkte uren per kwartaal (uren x 1 miljoen) en uitgesplitst naar werknemers en zelfstandigen.
We mogen constateren dat onze economie zeker gegroeid is sinds de crisisjaren. De sterkste groei was echter in 2015, zie grafiek opgenomen in deel 1. Inmiddels lijkt de groei van het aantal gewerkte uren weer te stabiliseren en dat staat haaks op de geluiden uit het Haagse waar men het steeds heeft over de groei van de economie, een groei die ze uitdrukken in het Bruto Binnenlands Product (zie onderstaande grafiek).
Het BBP kent inderdaad een gestage groei, maar we moeten wel vaststellen dat zich dat tot op heden niet één op één heeft vertaald in banen. Nee, met het huidige kabinet vertaalt deze groei zich naar de winsten bij de multinationals. De burger wordt er nog niet echt beter van.
Beroepsbevolking
In deel 1 zijn we uitgegaan van een constante waarde met betrekking tot de beroepsbevolking. Aan de hand daarvan stelden we vast dat een gezonde en evenwichtige Nederlandse economie 3.630 miljoen (3,6 miljard) gewerkte uren per kwartaal kent. Een cijfer dat we nog steeds niet halen. Om een nog exacter beeld te krijgen nemen we deze keer ook de groei van de beroepsbevolking mee. ‘Groei?’ zult u nu roepen, ‘We hebben toch te maken met vergrijzing?’. Wel, de cijfers van het CBS wijzen anders uit. De enige verklaring zou kunnen zijn dat we meer mensen importeren dan er vergrijzen. In onderstaande grafiek zien we het benodigd aantal uren voor een gezonde economie afgezet tegen het daadwerkelijk aantal gewerkte uren (uren x 1 miljoen).
Arbeidspotentie
Uit bovenstaande grafiek kunnen we vervolgens het nog beschikbare en benodigde aantal uren filteren indien ieder lid van de beroepsbevolking 28 uren per week zou werken. De volgende stap is het aantal beschikbare uren omzetten in banen van 28 uren per week. De resultaten hiervan ziet u in onderstaande tabel. de banen zijn exact het bedoelde aantal, de overige getallen x 1 miljoen.
Alvorens onze economie dus in evenwicht is en ieder lid van de beroepsbevolking 28 uren betaald werk verricht hebben we dus nog heel wat werkgelegenheid te creëren. Streven we naar structurele banen dan moet er zeker nog wat gebeuren gezien de grote fluctuaties per kwartaal. De Nederlandse economie kan nog wel wat groei gebruiken, zeker als we meewegen dat de meeste mensen hun huishoudboekje niet sluitend krijgen met het salaris dat staat voor 28 uur per week. Onderstaand ziet u dezelfde grafiek en tabel nogmaals, maar dan gebaseerd op een 36-urige werkweek.
Er zit dus nog genoeg rek in onze economie; kom maar op met die banen.
Arbeidsreserve
Wie bovenstaande cijfers ziet staan zal zich verbazen dat er steeds meer signalen komen van moeilijk vervulbare functies. Je zou bijna denken dat er geen werklozen meer zijn. Het CBS houdt ook daarvan de cijfers bij, hoewel het wel even zoeken is aangezien nergens de niet-uitkeringsgerechtigden (Nuggers) bijgehouden worden. Gelukkig zijn we goed in het herleiden van cijfers. Als we opnieuw beginnen met de beroepsbevolking en we trekken daar de werkenden en de uitkeringsgerechtigden vanaf, dan moet het restant de Nuggers zijn. De uitkeringsgerechtigden zijn netjes onderverdeeld in arbeidsongeschikt (WAO, Wajong, WAZ, WIA, IVA en WGA), werkloos (WW en IOW) en bijstand en bijstandsgerelateerd (P-wet, IOAW, IOAZ). Het resultaat ziet u in onderstaande tabel.
In het eerste kwartaal van 2018 betekent dit dat er nog steeds meer dan 3,5 miljoen mensen aan de kant staan. Mensen die als we de media mogen geloven niet geschikt zijn voor doodnormale functies in de zorg en bouw. De realiteit gebiedt ons wel om deze 3,5 miljoen mensen enigszins te reduceren. Een deel van deze mensen zal echt niet thuishoren op de arbeidsmarkt of bewust een keuze maken om niet te werken, maar bijvoorbeeld de opvoeding van de kinderen te laten prevaleren. Maar als de helft beschikbaar is beschikken we over voldoende arbeidsreserve om economische groei op te vangen.
Conclusie
Nederland kent economisch voorspoedige tijden, zodat we kunnen groeien naar een evenwichtige en gezonde economie. Een economie met een goed en humaan stelsel Sociale Zekerheid voor de zwakkeren in onze samenleving. Een stelsel dat we kunnen betalen vanuit onze bloeiende economie. We vergeten dus maar even de woorden van Klaas Dijkhoff, die de minima nog verder wil uitknijpen. Beste Klaas, van een kale kip kun je niet plukken, je kunt ze wel een poot uittrekken.
We mogen ook concluderen dat het potentieel arbeidsreserve ruim voldoende is om de komende jaren een sterke economische groei op te vangen, of zoals Frau Merkel zou zeggen “Wir schaffen das!” De opmerking dat de werkgelegenheid harder groeit dan het aanbod is hiermee van tafel beste UWV. Om de arbeidsmarkt weer echt op gang te brengen moeten er echter nog wel wat stappen gezet worden, meer daarover meer onder deze link.
En als we toch bezig zijn om voor te sorteren op een zonnige toekomst voor iedereen, kunnen we er niet omheen nog 2 pijnpunten te benoemen. De eerste is herverdeling van werk, uit de cijfers van het CBS blijkt namelijk ook dat de huidige werkenden en dan met name zelfstandigen meer dan één baan invullen, zie de tabel hieronder.
Een tweede pijnpunt komt tot uitdrukking in de slogan van het FNV, namelijk “Werk moet lonen”. Met andere woorden dienen we een halt toe te roepen aan alle vormen van gratis personeel en de winstmaximalisatie van bedrijven. Of dat een haalbare kaart is met ons huidige kabinet Rutte III, het verlengstuk van het neoliberale afbraakbeleid, de grondleggers van The Race to the Bottom, valt echter zwaar te betwijfelen.
Ja, tekort! De spanning op de arbeidsmarkt (CBS. 1,4) komt in de buurt van die in 2008. Er is een groot en moeilijk te corrigeren verschil tussen aanbod en vraag naar arbeid. Herscholing en een sanctiebeleid bij het aanvaarden van een niet direct passende functie zal dit probleem niet oplossen. Mijn punt is dat verdere robotisering/automatisering bij bedrijven noodzakelijk is. Veel bedrijven komen nu langzaam uit de crisis situatie. De nadruk lag op het beheersen bsn de kosten en een laag investeringsniveau. Nu het wat beter gaat wordt arbeid aangetrokken. Voorkomen moet worden dat arbeid wordt ingezet voor het invullen van vatatures die in de toekomst door robotisering/ automatisering komen te vervallen. Daarnaast sluit het onderwijs nog steeds niet aan op de toekomstig vraag naar arbeid. Door samen te werken wordt de link tussen onderwijs en bedrijfsleven verbeterd.