Blauw; de kleur van de zekerheid

De bevolking in Nederland groeit nog steeds. De bevolkingsgroei is tegenwoordig echter meer een gevolg van migratie dan dat er sprake is van een geboorte-overschot (het verschil tussen sterfte en geboorte). Met name door de vergrijzing zal er de komende jaren een geboorte-tekort zijn. Al deze nieuwe Nederlanders hebben echter één ding gemeen. Het Nederlanderschap gaat namelijk gepaard met het ontvangen van een registratienummer, het Burger Service Nummer (BSN). Gefeliciteerd nieuwe Nederlanders, met dit nummer bent u onderdaan van één van de rijkste landen ter wereld met alle bijbehorende rechten en plichten. Overigens bent u wel meteen mede-eigenaar van onze staatsschuld, op dit moment betekent dat per persoon € 28.779,00. Uw rechten moet u zich overigens niet teveel van voorstellen, sinds het neoliberalisme aan de macht is, is geen enkel recht nog een zekerheid. Of, zoals mijn opa het altijd verwoordde, de enige zekerheden in het leven zijn 6 plankjes en een blauwe envelop. Uiteindelijk zal de blauwe envelop verdwijnen door verdergaande automatisering. Hoewel, juist door die automatisering kan de belastingdienst het innen van belastingen niet garanderen.

Inmiddels hebben we vastgesteld dat iedereen geregistreerd is middels een uniek nummer en daarmee bij kan dragen aan de schatkist. Iedereen heeft de plicht om jaarlijks zijn afdracht inzichtelijk te maken als natuurlijk persoon via de jaaraangifte. Ontvangt u een paar centen terug, dan is gek genoeg aangifte niet verplicht. Naast de aangiftes als natuurlijke personen kennen we in Nederland nog andere entiteiten, namelijk bedrijven. Deze entiteiten hebben een eigen rechtsvorm met eigen voorwaarden. We onderscheiden de Besloten Vennootschap, de Naamloze Vennootschap (gek genoeg hebben deze allen een eigen naam), de Stichting, de Vereniging en de Coöperatie en Onderlinge Waarborgmaatschappij. Al deze rechtsvormen kennen aandeelhouders die uiteindelijk winst of verlies uit onderneming opnemen in hun belastingaangifte als natuurlijk persoon. Bestuurders van deze entiteiten noemen zichzelf vaak ondernemer, maar de meesten lopen geen enkel financieel risico omdat ze geen aandeelhouder zijn en zijn enkel in loondienst. De meeste Nederlanders zijn overigens in loondienst bij een entiteit.

Het zal ook u niet ontgaan zijn dat een vast dienstverband geen vanzelfsprekendheid meer is. De arbeidsmarkt is aan snelle veranderingen onderhevig. Bedrijven kunnen continuïteit aan werk niet meer waarborgen. Onze overheid heeft het betaamd om de kosten van Sociale Zekerheid op het bordje van de bedrijven te leggen. Met name de doorbetalingsregeling bij ziekte is een belangrijk punt, dat ervoor heeft gezorgd dat vaste dienstverbanden geminimaliseerd zijn. Dit noemen we de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Werkgevers doen aan risico-analyse en zijn tot de conclusie gekomen dat twee jaar doorbetalen bij ziekte een te groot risico is. Onder druk van onder andere het FNV wil men dat nu terugbrengen naar één jaar voor het MKB. Internationaal gezien komt het Verenigd Koninkrijk het dichtst in de buurt met 6 weken. Lekker, als je door de globalisering en de open grenzen moet concurreren met de gehele wereld. Zeker als je ook nog meeneemt dat onze lonen en de belastingdruk op werk tot de hoogste ter wereld behoren.

Flexibilisering is dus de trend waar we middenin zitten. Een trend die niet meer te stoppen is. En dat is niet bij voorbaat slecht. De meest flexibele arbeidsmarkten ter wereld, die van Texas en Denemarken, draaien op volle toeren. In Nederland wil dat echter nog niet zo lukken. Een belangrijk deel van de flexibilisering wordt ingevuld door uitzendburo’s en detacheringskantoren. Bedrijven die uit zijn op winstmaximalisatie en waarvan een deel erg creatief is in constructies om dit te bereiken. Maar dit spanningsveld is niet nieuw, stringentere controle van de overheid en vakbonden is wel gewenst. De rest van de flexibele arbeidsmarkt wordt ingevuld door Zelfstandigen Zonder Personeel. En laat ik meteen met de deur in huis vallen, die bestaan niet. Onze fiscus komt namelijk niet verder dan de Zelfstandige. De Zelfstandige heeft net als bedrijven de keuze uit verschillende rechtsvormen. Bent u echt in uw eentje dan bent u freelancer of hebt u een eenmanszaak. Werkt u samen met meerdere mensen dan hebt u een Maatschap of een Vennootschap onder Firma. En hebt u een stille vennoot die u financiële rugdekking geeft hebt u een Commanditaire Vennootschap. In tegenstelling tot de eerder genoemde bedrijfsentiteiten bestaat hier geen scheiding tussen de natuurlijk persoon en de entiteit. Nee, u bent volledig aansprakelijk voor eventuele schulden die bedrijfsmatig ontstaan. En gaat het mis, jammer dan, voor u is er geen vangnet. U kunt niet terugvallen op een uitkering bij ziekte en/of arbeidsongeschiktheid. Hebt u tijdelijk minder werk, dan hebt u tijdelijk minder inkomsten. En ook uw pensioen moet u zelf regelen. Bij faillissement rest met enig geluk de Bijstand veelal in combinatie met de WSNP, met andere woorden de schuldsanering. Een curator heeft dan al uw bezittingen reeds te gelde gemaakt om zoveel mogelijk uw schulden te voldoen.

De Zelfstandige is zoals hierboven beschreven dus de meest kwetsbare op de arbeidsmarkt. Toch komt onze overheid hun best wel een beetje tegemoet. Via diverse tegemoetkomingen, o.a zelfstandigenaftrek, startersaftrek en MKB-winstvrijstelling, wil de overheid bereiken dat de Zelfstandige toch een stukje zekerheid inkoopt door middel van een arbeidsongeschiktheidsverzekering, ziekteverzekering en pensioen opbouwt. De praktijk is echter een stuk weerbarstiger. Eerst liep onze overheid voorop om vaste dienstverbanden om te zetten naar het Zelfstandigenschap, zodat er niet een te zwaar beroep zou worden gedaan op het UWV, c.q. de schatkist. Vervolgens ging diezelfde overheid wetgeving ontwikkelen om schijnzelfstandigheid tegen te gaan, de wet DBA. Hiermee is een grote groep, schatting 1 miljoen mensen, gecreëerd die inmiddels hun ooit opgebouwde rechten uit vast dienstverband hebben verspeeld. Een groep die ten onrechte niet meer meetelt in de werkloosheidscijfers. En opdrachtgevers wisten uitstekend hoe ze in het kader van The Race to the Bottom de tarieven moesten drukken, zodat feitelijk de belastingvoordelen in hun zakken verdwenen.

En toen kwam deze week een lang verwacht interview. Scherp en goed geïnformeerd interviewer en ondernemer Erik de Vlieger zat tegenover ex PvdA-bestuurder en vakbondsbestuurder Mei Li Vos namens Café Weltschmerz. Als mensen een vakbond oprichten is het overigens vreemd om dit een Alternatief voor Vakbond te noemen. Het AVV is overigens altijd een marginaal clubje gebleven met nu al 3000 leden. Een aantal waarbij je niet met droge ogen kunt verklaren dat je werkend Nederland vertegenwoordigd (12,8 miljoen mensen als iedereen een baan zou hebben). Toch verraste het AVV vriend en vijand door samen met ONL, ook een marginale ondernemersvereniging met als voorman Hans Biesheuvel, met een Sociaal Akkoord 2017 te komen. Het zal u niet verbazen dat dit Sociaal Akkoord geen oplossingen biedt, maar niet verder komt dan wat verschuivingen in het bestaande systeem. Maar daar gaan we niet naar toe. Nee, in het interview kreeg Mei Li Vos het woord zekerheid uit haar mond.

En daarmee lijkt de cirkel weer rond. De titel van deze column begon immers met het woord zekerheid. En dat woord kent Mei Li Vos dus ook. Als ex PvdA bestuurder wist ze een overtuigend verhaal te houden over de zekerheid die mensen zoeken, een maakbare wereld waarin ieder risico uitgesloten wordt. Het is overigens jammer dat al deze zekerheden, werk, inkomen, huis, dagelijks voedsel, allemaal op het bordje komen van de werkgever. Het enige waar de werkgever een rol in speelt is namelijk het betalen van een fatsoenlijk tarief van waaruit iedereen zelf zijn zekerheid kan financieren. Voldoende werk kan niemand garanderen. Economische voorspoed draagt uiteraard wel bij aan de werkgelegenheid. Het recht op een dak boven iemands hoofd mag trouwens nooit ter discussie staan. Maar we hebben simpelweg niet genoeg (huur)woningen. Een koopwoning kan uiteraard nooit op het conto van een werkgever geschreven worden. Hypotheken worden namelijk verstrekt door banken. U weet wel, de veroorzakers van de laatste crisis, die nu wederom achter de feiten aanlopen. Een hypotheek is amper haalbaar voor flexwerkers. Het is tijd om de voorwaarden te veranderen, zodat flexwerkers ook kunnen kopen. Het zou de vastzittende woningmarkt in ieder geval weer verder op gang helpen. Continuïteit van inkomen hoeft ook niet moeilijk te zijn. Laten we ons huidige absurde stelsel van Sociale Zekerheid overboord gooien en zo snel mogelijk een stelsel NIT (Negative Income Tax) invoeren. Op Batavirus hebben we reeds aangetoond dat het NIT een enorme boost aan onze economie gaat geven en goedkoper en eerlijker is dan ons huidig stelsel. De Belastingdienst kan dan haar ICT op orde brengen. En daarmee zijn we terug bij de titel van deze column. Blauw; de kleur van de enige echte zekerheid.

Auteur: Watapatja

Out of the box omdenker die graag zijn mening ventileert over allerlei onderwerpen met zwaartepunt sociale zekerheid, onderwijs en arbeidsmarkt. Motto; verbaas en verwonder, immers niets is wat het lijkt! Twittert onder de naam @Watapatjee

0 gedachten over “Blauw; de kleur van de zekerheid”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *