Afgelopen week ontstond er een discussie over de woonsituatie van Sandra Beckerman, lid van de Tweede Kamer namens de SP. Met name André Bosman van de VVD trok fel van leer. Nou zit het jagen op misstanden een jachtvlieger in het bloed, dus op zich was zijn actie niet verbazingwekkend. Nou is Sandra ook niet op haar mondje gevallen, dus meneer Bosman werd netjes van repliek gediend. Allereerst wil ik stellen dat ik bewondering heb voor de keuze van Sandra, wonen in de Oosterparkwijk te Groningen is namelijk geen pretje. Een deel van deze wijk staat namelijk te boek als het afvoerputje van Groningen, samen met de wijken De Hoogte en de Korrewegwijk. De Oosterparkwijk was zelfs de aanleiding voor een vroegtijdig vertrek van burgermeester Hans Ouwerkerk, maar die had sowieso een trackrecord van affaires (Lekkerkerk, Rietplas Emmen etc) en staat bekend als een van de duurste bestuurders ooit. Voetballiefhebbers kennen de Oosterparkwijk omdat het oude stadion van FC Groningen, het Oosterparkstadion geheten, midden in deze wijk stond. Maar genoeg over de Oosterparkwijk, dat is namelijk niet de reden dat ik dit blog schrijf.
De reden dat ik in de pen ben geklommen, is namelijk dat ik zo langzamerhand de loonstrookpolitiek van Den Haag zat ben. Sandra heeft in één opzicht namelijk volledig juist gereageerd. Waar haalt een bestuurder het lef vandaan om zich te bemoeien met de keuze van wonen. Woningcorporaties, de verantwoordelijken voor sociale huur, hebben nergens in hun contracten opgenomen dat je moet verkassen als je teveel verdient. Uiteraard opteer je daar zelf wel naar, immers de kwaliteit van een woning is recht evenredig met de maandelijkse kosten van wonen. Allerlei onderzoeken hebben aangetoond dat de meeste mensen die meer gaan verdienen graag een stap willen zetten qua wonen, maar dat met name de overheid dit belemmert. Door de bewust gecreëerde schaarste op de woningmarkt, schaarste zorgt voor hogere prijzen, is het erg lastig om een stap te zetten. De huren in de vrije markt sector zijn skyhigh gestegen en vormen een regelrechte aanslag op je besteedbaar inkomen. De koopmarkt in de stad Groningen is inmiddels weer oververhit en gaat hard op weg naar een nieuwe bubble. Met andere woorden, je kijkt wel uit om te verkassen als je goed zit.
En Den Haag weet dat er een structureel tekort is aan betaalbare woningen (400.000 zelfs) en dat vraag en aanbod in de koopmarkt volledig zoek is. In 1989 heeft men daarom de term scheefwoner bedacht. Men onderscheidt zelfs verschillende types scheefwoners, namelijk;
- De plakker: deze huurder wil niet verhuizen en is beperkt gevoelig voor verleidende doorstroominstrumenten.
- De klamper: de huurder wil niet verhuizen uit angst de sociale binding die hij heeft opgebouwd te verliezen.
- De spaarder: deze huurder woont bewust scheef om geld te kunnen sparen voor de woning die hij op termijn wil kopen.
- De genieter: deze huurder woont bewust scheef om geld over te houden voor luxe zaken zoals vakanties of auto’s.
- De zoeker: deze huurder is verhuisgeneigd, maar wil een kwalitatief hoogstaande woning, waardoor hij lang moet zoeken.
- De wachter: deze huurder wil op termijn verhuizen, maar zit op het moment goed.
Een goed lezer ziet eigenlijk een opsomming van legitieme redenen om goedkoop te blijven wonen. De laatste jaren heeft minister Stef Blok, ook VVD, echter meerdere proefballonnen opgelaten om scheefwoners extra te belasten en uit hun huurwoning te jagen. Zijn bedoeling was niet om vervolgens deze woningen beschikbaar te stellen voor mensen met een laag inkomen, welnee, het spul werd geprivatiseerd en ging naar zijn VVD vriendjes die de vrije sector in handen hebben. Wonen is inmiddels dan ook één van de grootste posten die maandelijks ons besteedbaar inkomen minimaliseert. Een echte oplossing waardoor de balans tussen vraag en aanbod weer in evenwicht komt, daar hebben Stef en zijn achterban geen belang bij.
Meneer Bosman, de noeste Zeeuw, ging nog een stap verder. Hij verklaarde zonder blikken of blozen dat hij de woonplek van Sandra een volksvertegenwoordiger onwaardig vindt. Uit de mond van een VVD-er klinkt dat overigens nog niet zo vreemd, die tref je meestal aan in de white neighbourhoods, zeg maar een soort reservaten voor veelverdieners. En dat zien we terug in hun politieke agenda, er is geen partij die verder van het volk afstaat. Hun leider gelooft zelfs dat mensen die afhankelijk zijn van de Participatiewet geen behoefte hebben aan vakantiegeld, ze gaan immers toch niet op vakantie. In de volgende kabinetsperiode verwacht ik overigens enkele nieuwe termen zoals scheefrijder, iemand die een te duur vehikel rijdt t.o.v. zijn inkomen, en scheefvakantievierder, iemand die een te dure vakantie boekt t.o.v. zijn inkomen. U mag zelf dit rijtje verder aanvullen.
En daar ben ik aangekomen bij de crux. De VVD bedrijft loonstrookpolitiek. Hun politiek is erop gericht de burger arm en afhankelijk te houden. Primair doen ze dit door alle levensbehoeften te privatiseren. Zorg, openbaar vervoer, energie en wonen is inmiddels in handen van hun neoliberale graaivriendjes. Schoon drinkwater hebben ze ook geprobeerd, maar dat is dan nog niet gelukt. De vraag is hoe we deze politiek gaan stoppen. De eerste stap zou moeten zijn dat we onze overheid achter onze voordeur weghouden. Maar ik vrees dat we te laat zijn, de digitalisering heeft er voor gezorgd dat ze via uw loonstrook naast u op de bank zitten. Zij bepalen hoeveel vrij besteedbaar inkomen ze u ongeveer gunnen. De enige weg om dit te herstellen is mijns inziens dat de macht weer bij de burger komt te liggen. Een burger die zijn bestuurders vervolgens aan kan spreken op hun functioneren, een functioneren dat in dienst van de burger behoort te zijn. De naam volksvertegenwoordiger zegt het eigenlijk al. En dan mogen ze best loonstrookpolitiek bedrijven, maar dan ten gunste van ons besteedbaar inkomen. Misschien dat we dan ooit kunnen zeggen dat we tot de rijkste burgers op aarde behoren i.pv. tot de rijkste landen. Rijke burgers die zelf wel bepalen of ze hun geld besteden aan dure vakanties, een mooie woning of een dure auto, caravan of boot.
Je kunt, zeker als vertegenwoordigster van een socialistische partij, geen schaarse sociale huurwoningen bezet houden, omdat die woningen voor minder draagkrachtigen bestemd zijn. Het komt mij voor dat het ‘warme rode hart’ van mevrouw, minder krachtig is gaan kloppen door de mentaliteit van dit kamerlid. Voor deze woningen werden zwaar gesubsidieerde grondprijzen gerekend en de kwaliteit/prijs-verhouding is eveneens met kunst en vliegwerk, redelijk gehouden. Het geeft geen pas dat riant verdienende kamerleden, deze woningen voor de neus van de echte rechthebbenden wegkapen, en zeker niet omdat ze teveel van het salaris aan de partij moeten afstaan.