Konincestdag

Konincestdag

Kuierend in een lekker oranje lentezonnetje op deze verplichte vrije dag valt mijn oog op een bijzonder tafereel op het terras bij onze lokale kroeg. Een gemêleerd gezelschap maakt het even eenvoudig genieten van een versnapering onmogelijk, doordat hun overenthousiaste aanwezigheid in combinatie met hun gestaag stijgende alcoholpromillage het aantal decibel dat ze produceren lineair doet toenemen. Aangezien er maar één lokale kroeg is in ons dorp en ik behoorlijk uitgedroogd ben geraakt door mijn wandeling, hetgeen normaliter niet in mijn bewegingspatroon thuishoort, besluit ik toch plaats te nemen aan het enige lege tafeltje op het terras naast het feestende gezelschap om een versnapering tot mij te nemen. Nog voor ik mijn achterwerk op een terrasstoel heb kunnen positioneren brengt de bediening mij al een Dikke Citroen van de Weduwe Joustra, ondertussen zich verontschuldigend voor het lawaaierige gezelschap.

Ontspannen hangend in mijn terrasstoel, nippend aan mijn glas geel genot, observeer ik het uitbundige gezelschap aan het tafeltje naast me. Het gezelschap bestaat uit de burgemeester van onze gemeente, een ambtenaar samenlevingszaken, het voltallige bestuur van de lokale voetbalvereniging en korfbalvereniging, het bestuur van de fanfare, het bestuur van ons multifunctioneel dorpscentrum, de halve middenstandsvereniging, het bestuur van de plaatselijke rotary, het kerkbestuur en het Oranjecomite. Met andere woorden; naast de burgemeester en zijn ambtenaar zitten er 4 dorpsgenoten aan het tafeltje. Inderdaad, precies de 4 dorpsgenoten waar niemand omheen kan in ons lieftallig dorp. Deze drie heren en een dame vormen namelijk al ruim dertig jaren de hardnekkige bestuurlijke basis van elke vereniging of organisatie die ons dorp rijk is. Uiteraard niet gehinderd door enige kennis van zaken zijn ze er van overtuigd dat zonder hun inbreng en de onmisbare financiele steun van de gemeente ons dorp geen verenigingsleven zou kennen.

Luisterend naar het onsamenhangend gebral van deze lieden wordt me al snel duidelijk wat de aanleiding is voor de feestelijke stemming. Ze hebben het voor elkaar. Ook het laatste lid van dit illustere viertal dorpsgenoten heeft vandaag een koninklijke onderscheiding mogen ontvangen. Voorgedragen door de rest van de tafelgenoten, ingediend bij de ambtenaar samenlevingszaken en vervolgens positief beoordeeld door de burgemeester zijn ze nu allen Lid in de Orde van Oranje-Nassau op basis van hun bedenkelijke inzet voor de maatschappij en in goed gezelschap van de meest dubieuze figuren als Kwalbert Verlinde, Jos van Rey, Nebahat Albayrak en Harry Mulisch.

Verbaasd en verwonderd over deze zelfpijperij drink ik mijn glas leeg en begeef me op weg naar mijn rustige achtertuin. Kalm kuierend bedenk ik me dat ik blij ben dat ik geen onderdeel ben van deze bestuurlijke incestueuze incrowd. Als overtuigd republikein zou ik namelijk bij voorbaat iedere onderscheiding weigeren die mij uit naam van een monarch wordt toegekend. Een monarch die een systeem vertegenwoordigt welke als afspiegeling van een klassenmaatschappij thuishoort in de Middeleeuwen of een modern sprookjesboek en die mij niet tot zijn volk behoeft te rekenen. Ik ben een soeverein mens. Een soeverein mens die weigert deel te nemen aan Konincestdag.


Meer artikelen in deze categorie:
[catlist categorypage=”yes”]


Auteur: Watapatja

Out of the box omdenker die graag zijn mening ventileert over allerlei onderwerpen met zwaartepunt sociale zekerheid, onderwijs en arbeidsmarkt. Motto; verbaas en verwonder, immers niets is wat het lijkt! Twittert onder de naam @Watapatjee

Eén gedachte over “Konincestdag”

  1. Sorry, dat was een foutgelopen copy/paste. Nu maar eens wat beter:

    Ach, een republiek is geen klassenmaatschappij? En W is een souverein mens? Dergelijke stellingen tonen aan, dat de steller weinig anders als intentionele kortzichtigheid tot levensdoel heeft. Een mens is nooit souverein, want hij/zij is een afhankelijk deel van zijn sociale omgeving en kan zich slechts in die mate, die zijn omgeving toe laat, een preferent sociaal niveau uitzoeken door welk hij beheerst wenst te worden. Voor wat betreft de klassenloze maatschappij is het in de Oost-Europese landen zeer duidelijk bewezen, dat zoiets niet bestaat en niet kan bestaan. Ook vóór het grote faillisement heb ik daar, in de jaren dat ik er kwam om zaken te doen die vaak wegens gebrek aan geld op het niveau van ordinaire koehandel stonden, het bestaan van een maatschappelijke ladder gezien die in kwaliteit en kwantiteit die in de westers wereld in niets nastond. Holle en onbenullige kreten zijn blijkbaar nog steeds de preferente wapens van de schrijftafelsocialist. En ja, dat laatste woord is een Germanisme.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *