Medewerker klantenbalie; “Goedenmiddag mevrouw Jansen, wat kan ik voor u doen?”
Mevrouw Jansen: “Goedenmiddag, ik heb 35 volle spaarkaarten en wil deze graag inleveren.”
Medewerker klantenbalie: “Welk kado had u in gedachten, mevrouw Jansen?”
Mevrouw Jansen: “Ik ga voor de pannenset, meneer.”
Medewerker klantenbalie: “Een goede keuze, als u mij uw spaarkaarten overhandigd kan ik ze afstempelen. Daarna mag u uw pannenset bij mij inleveren.”
Mevrouw Jansen: “Uitstekend. Ik heb alles meegenomen in deze AH-tas.”
Medewerker klantenbalie: “Mooi dat u ook nog een beetje gratis reclame voor ons maakt met een tas waar u zelf voor betaald hebt. Dank u voor de pannenset en veel plezier bij het winkelen. Tot ziens.”
Mevrouw Jansen: “Dank u voor de goede service en tot ziens.”
Bovenstaande conversatie lijkt complete kolder en is nog niet voorgekomen in de supermarkt. Toch is er een sector waar feitelijk dit soort vreemde gesprekken inmiddels gewoon zijn. Bizar is dat we het ook nog accepteren van onze banken. Banken sluiten niet meer uit dat negatieve spaarrente gemeengoed wordt. In Denemarken krijgen mensen al geld toe op hun hypotheek bij de Jysk bank. Hiermee wordt de ijzeren wet van de economie dat schulden geld kosten en sparen geld oplevert aan de kant gegooid. Een onaantastbaar basisprincipe waarvan we geleerd hebben tijdens de achteraf dus overbodige lessen economie in het voortgezet onderwijs, dat het de basis is van ons financieel stelsel. En dat vonden we allemaal best logisch. Niemand is ooit op de gedachte gekomen dat het ook andersom zou kunnen.
De gevolgen van het overboord gooien van eeuwenoude basisprincipes kan overigens niemand voorzien. Sowieso weten we dat economen altijd pas achteraf kunnen duiden wat er aan de hand is en wat de consequenties waren. Algemeen kunnen we nu wel stellen dat het oude Calvinisme eerst is verdreven door de Bling-Bling-maatschappij, die nu geleidelijk overgaat in een nieuwe variant waar het gaat lonen om schulden te hebben en waar straf staat op bezit. Het klinkt bijna als de natte droom van Marx. Gek genoeg is het geen incident. Er zijn namelijk vele voorbeelden te signaleren, waarbij we moeten constateren dat oeroude basisprincipes moeiteloos aan de kant worden geschoven.
Neem nou ons natuurbeleid. In Nederland worden we al enkele decennia overspoeld met het groene gedachtengoed, met als grootste voortrekker Groen Links geleid door Jesse Klaver, die naam kan geen toeval zijn, die zelfs slaapt in een eikeltjespyama. Jesse borduurt voort op Europees beleid dat we beter kennen onder de noemer Natura 2000. Onder de bezielde leiding van Henk Bleeker hebben we in Nederland natuur benoemd in het kader van Natura 2000. In werkelijkheid gaat het niet om natuur, maar om beheerde stukjes groen in ons parklandschap. Echte natuur is namelijk niet door de mens aangelegd en wordt niet door de mens onderhouden, het woord natuur zegt het al. Het debacle rond de Oostvaardersplassen is tot dusverre het dieptepunt betreffende het natuurbeheer in Nederland. In het Drents Friese Wâld wil men de oorspronkelijke staat terugbrengen. Op een voorlichtingsavond van o.a. Staatsbosbeheer (what’s in a name!) werd de vraag gesteld wat men met oorspronkelijk bedoelde, was dat zoals het gebied erbij lag in het jaar 0, het jaar 500 of het jaar 1600 bijvoorbeeld. Vragensteller werd door de aanwezige groene idealisten letterlijk de zaal uitgekeken. Uiteraard verdienen deze idealisten allemaal een goede boterham aan hun totaal niet onderbouwde visie op de toekomst van het Drents Friese Wâld. Eendrachtig waren ze het eens dat het oerbos weer zou ontstaan door goed menselijk beheer. In de Dikke van Dale is de definitie van oerbos overigens nog niet aangepast.
Inmiddels is ons natuurbeleid onderdeel geworden van het nieuwe toverwoord klimaatbeleid. In mijn studietijd was het klimaat iets wat door moeder aarde werd bepaald en waarmee we hadden te dealen. Het huidige klimaatbeleid gaat ervan uit dat de mens de bepalende factor is. Moeiteloos gaan onze bestuurders er aan voorbij dat de aarde zeer grote klimaatschommelingen heeft gekend. Op dit moment zitten we ergens in het midden en weten we niet of er een nieuwe ijstijd komt of dat de aarde verder opwarmt. Beide scenario’s vragen een adaptieve levenshouding van de mens, we moeten ermee leven. De waan van de dag heeft ons een CO2 probleem en een stikstofcrisis opgeleverd met verregaande economische gevolgen. CO2 is nota bene een giftig gas geworden tot verbazing van alle chemici ter wereld. De stikstofcrisis getuigt van een nog grotere waanzin. Sinds 1980 is namelijk de stikstofuitstoot met ruim 60% afgenomen, ondanks bijvoorbeeld een verdubbeling van het aantal auto’s op de Nederlandse wegen. Ook de agrarische sector heeft een fors steentje bijgedragen aan deze vermindering, toch lijkt het erop dat zij nu de gebeten hond zijn. En dat is niet gek, als we ons beseffen dat de meeste klimaatfanatici ook fervent aanhanger zijn van het veganisme. In Zuidbroek wordt nota bene een stikstoffabriek gebouwd die geïmporteerd gas naar de juiste calorische waarde dient te brengen middels stikstoftoevoeging, zodat we tijdens de van-gas-los-transitie kunnen blijven koken op gas. Stikstof die we internationaal gaan inkopen. De vraag die rijst is of er wel sprake is van een stikstofcrisis? Lees met name dit stuk van Arno Wellens of beluister deze podcast.
Terug naar de economische verschuivingen ten gevolge van het nieuwe “denken”. Tijdens diezelfde reeds gememoreerde overbodige economielessen hebben we ook mogen leren dat arbeid behoort te lonen. Het verdiende geld dat tegenover de verrichte arbeid staat noemen we salaris. Met de verrichte arbeid voegen we meerwaarde toe aan de economie, het basisprincipe van het kapitalisme. De (integrale) kostprijs van een product of dienst bestaat uit de totale kosten (financieel) die gemaakt worden voor het produceren of leveren van het product of de dienst. Via de bottom up benadering kom je dan uiteindelijk tot een reële verkoopprijs, waarbij iedereen in de keten er evenredig aan verdient. Wel, iedere boer kan u vertellen dat het bijvoorbeeld in onze voedselketen niet meer zo werkt. De boer krijgt prijzen opgelegd, evenals de supermarkt franchisenemer en de transporteur. Toch betaalt de consument de hoofdprijs, zodat de baas in de keten, de multinational die franchisegever is, winstmaximalisatie kan toepassen. Reële prijzen bestaan niet meer, laat staan een evenredige margeverdeling. De gevolgen zien we terug op de arbeidsmarkt in de vorm van een absolute race tot the bottom. In de nieuwe economie zijn we bijna bij het punt aanbeland waar we geld toeleggen om arbeid te mogen verrichten. Een niet onaanzienlijk deel van de mensen zit nu in de tussenfase en mag zijn economische toegevoegde waarde verrichten met behoud van uitkering.
Het volgende voorbeeld waar we een compleet nieuwe weg zijn ingeslagen is het onderwijs. Onderwijs stond ooit voor kennisoverdracht en het opdoen van vaardigheden en competenties. Sander Dekker wist in een memorabele uitzending van Pauw (ja, die bestaan echt!) te vertellen dat men tegenwoordig niet meer over kennis hoeft te beschikken, maar dient te weten waar men de kennis kan vinden op het moment dat men deze nodig heeft. Het gevolg is de Google-waarheid. Een nadeel van deze waarheid is dat men niet meer beschikt over enig referentiekader om het gevondene te toetsen. In deze column zijn al vele voorbeelden voorbijgekomen wat de gevolgen hiervan kunnen zijn. De exacte wetenschap op basis van feiten die al honderden jaren hun opgeld doen heeft de slag verloren. Competenties en vaardigheden zijn overigens ook niet meer belangrijk. Integendeel, bestuurlijk Nederland bewijst dat dagelijks. Indien een bestuurder wordt betrapt op enige competentie en/of vaardigheid met als gevolg goed functioneren ligt er bij voorbaat geen gouden handdruk klaar bij zijn/haar/het voortijdig vertrek en kan hij/zij/het een vervolgstap in de carrière gedag zeggen. De devaluatie van het onderwijs zorgt op dit moment voor een nieuwe generatie zonder enige basiskennis van begrippen en economische principes. Het nieuwe onderwijs lijkt meer op dagbesteding dan op onderwijs.
De nieuwe werkelijkheid heeft inmiddels geleidt tot een totale (bestuurlijke) chaos, waarbij de centrale teneur is dat basisprincipes uit de economie niet meer gelden en vele begrippen en woorden hun betekenis hebben verloren. De mens is gaan geloven in de maakbare wereld en is voor de gelovigen onder ons omhooggevallen naar de troon van de schepper. Omhooggevallen zou bijna insinueren dat zelfs oeroude natuurwetten bij het grof vuil kunnen, maar gelukkig was het geen fysieke val. Complotdenkers zouden aan een van bovenaf gestuurd proces kunnen denken. Voorlopig lijkt het echter meer op een chaos ontstaan vanuit totale incompetentie in combinatie met megalomanie in optima forma. Het deel van de mensheid die exacte wetenschappen nog wel erkend en als basiskennis heeft, kan slechts lijdzaam toezien hoe de nieuwe werkelijkheid vorm gegeven wordt. Hun houding is er een van verbaas en verwonder!