Eens in de zoveel tijd barst de discussie in Nederland weer los over de vraag of Geert Wilders en zijn PVV fascistisch zijn. Afgelopen zondag was dat weer het geval nadat hoogleraar bestuurskunde aan de universiteit van Tilburg Paul Frissen in het radioprogramma De Stemming , Wilders ervan betichtte het ‘klassieke fascistische verhaal’ te vertellen ‘door bevolkingsgroepen uit te sluiten’. Tevens karakteriseerde hij de PVV als een gevaar voor de democratie dat door alle andere partijen aangevallen zou moeten worden. Uiteraard liet de PVV deze uitgelezen kans om in de slachtofferrol te kruipen niet voorbij gaan en stelde kamervragen waarin zij Frissen beschuldigde van ‘demonisering’ en om het ontslag van de hoogleraar vroeg. De eis om kritische geluiden uit de wetenschap monddood te maken was voor velen op de linkerflank weer aanleiding om waarschuwend naar Nazi-Duitsland te verwijzen waarmee de discussie weer van voren af aan begon. Dan rijst de vraag: In hoeverre is Geert Wilders en zijn PVV fascistisch en heeft het zin om Wilders en zijn partij als fascistisch te karakteriseren?
Om die laatste vraag maar direct te beantwoorden: nee. Volgens mij heeft de fascisme vergelijking met betrekking tot Wilders weinig zin. Het enige doel en uitwerking van deze vergelijking is namelijk om Wilders binnen het publieke debat te diskwalificeren. Aan het label fascist hangt vanwege WOII zo’n negatieve connotatie dat die het publieke debat – lees: Geert Wilders en zijn partij inhoudelijk bekritiseren – eerder frustreert dan aanmoedigt. En inmiddels na 10 jaar PVV en fascisme vergelijkingen kunnen we ook wel stellen dat het laatste weinig effect heeft gehad. De PVV is in de peilingen groter dan ooit en Wilders is alleen maar radicaler geworden de afgelopen jaren. De fascisme vergelijking is vooral een onnodige waarschuwing voor het gevaar van de PVV. Dat gevaar lijkt me in onze huidige gepolariseerde samenleving met betrekking tot de vluchtelingencrisis en de crisis van de EU met de PVV op 40 zetels in de peilingen redelijk duidelijk.
Dan de vergelijking op zich. Snijdt die hout? Ook niet wat mij betreft. Fascisme, zoals het in verschillende bewegingen tijdens het interbellum in heel Europa tot uiting kwam, is heel erg verbonden met het specifieke cultuurpessimisme van het fin de siècle in combinatie met de buitengewone omstandigheden die de verschrikkingen van WOI in Europa tot gevolg hadden. Dat maakt het maken van een diachrone vergelijking tamelijk lastig. Hoewel er bibliotheken vol geschreven zijn over fascisme als fenomeen en verschillende fascistische bewegingen, leent één beknopt werk zich in het bijzonder om fascisme vergelijkingen te onderzoeken: The anatomy of fascism van de eminente historicus en autoriteit op dit gebied Robert O. Paxton. Voor sommige lezers gaat er misschien nu al een belletje rinkelen want een van de voorgaande ‘Wilders is een fascist’ #ophef was in 2012 naar aanleiding van een matig gedocumenteerde bachelorscriptie van een student aan de Universiteit van Tilburg (alweer?) die onterecht een 10 (!) kreeg van linkse hoogleraren Jan Blommaert en Jan Jaap de Ruyter voor het selectief shoppen in het werk van Paxton. Ondergetekende schreef toen een reactie op een stuk van Han van der Horst op Joop.nl (moet je voorstellen?) om de fascisme roepers aldaar wat tot bedaren te brengen. Overigens zonder effect. Wellicht is het nu, vier jaar verder, toch weer zinvol om de hele exercitie nog een keer te herhalen. Zeker gezien het feit dat Wilders met zijn partij de afgelopen jaren verder geradicaliseerd is en ook de crisis waarin Europa zich bevindt door allerlei omstandigheden ernstiger is geworden.
Paxtons boek The anatomy of fascism leent zich uitstekend voor deze analyse omdat hij in het werk een negental algemene – dus niet tijd specifieke – ‘mobilizing passions’ definieert die ten grondlag liggen aan fascistische bewegingen. Overigens waarschuwt Paxton ervoor niet al te snel ergens het label ‘fascistisch’ op te plakken en vooral te letten op wat een vermeende fascistische beweging doet in plaats van wat die zegt. We lopen de negen ‘mobilizing passions’ even na om te kijken in hoeverre die van toepassing zijn op Geert Wilders en zijn PVV.
1) A sense of overwhelming crisis beyond the reach of any traditional solutions
Deze eerste is natuurlijk overduidelijk van toepassing op Wilders en de PVV. Voor Geert is de eindtijd vanwege de islamisering en de vluchtelingencrisis inmiddels aangebroken. Zijn uitspraken wat dit betreft worden steeds hysterischer en dit op angst gebaseerde overdreven sentiment heeft inmiddels vaste voet aan de grond bij een aanzienlijk deel van zijn achterban. In de hysterie van zijn ‘rapefugee’ discours stelde hij laatst voor alle mannelijke vluchtelingen in Nederland, ook die nergens van verdacht zijn, op te sluiten.
2) The primacy of the group, toward which one has the duties superior to every right, whether individual or universal, and the subordination of the individual to it.
Dit tweede kenmerk is al een stuk lastiger om één op één op de PVV toe te passen. Ten eerste is het niet helemaal duidelijk om welke groep het de PVV gaat. De PVV is een eenmanspartij waar je niet lid van kan zijn. Gaat het Wilders wat dit betreft om ‘De Nederlanders’, de PVV-ers, het Westen? Ook de mate van loyaliteit en plichten die inherent geëist worden om onderdeel te kunnen zijn van die moeilijk te definieren groep waar de PVV voor staat, lijken een brug te ver om deze ‘mobilizing passion’ als kenmerkend voor de PVV te omschrijven.
3) The belief that one’s group is a victim, a sentiment that justifies any action, without legal or moral limits, against its enemies, both internal and external.
Het is duidelijk dat Wilders de groep (de Nederlanders, Henk en Ingrid, het Westen, de PVV-ers) waarvoor hij op zegt te komen als slachtoffer ziet. Het verzet tegen de vijanden (de regering, de islam, vluchtelingen, Europa) waar hij nu herhaaldelijk toe oproept, dat hieruit volgt, dient volgens Wilders wel binnen de regels van de rechtsstaat plaats te vinden. Dus ook dit kenmerk is lastig één op één op de PVV toe te passen.
4) Dread of the group’s decline under the corrosive effects of individualistic liberalism, class conflict, and alien influences.
Voor Wilders gaat het hier natuurlijk om vreemde invloeden (de islam, vluchtelingen, Europa). Er gaat geen dag voorbij dat hij hier niet voor waarschuwt, dus bingo!
5) The need for closer integration of a purer community, by consent if possible, or by exclusionary violence if necessary.
Deze is weer een stuk lastiger. Omdat Wilders niet zozeer een duidelijk etnisch onderscheid maakt tussen wie er wel en niet bijhoren in de samenleving, kunnen we niet concluderen dat hij streeft naar een letterlijk ‘puurdere’ samenleving. Hoewel Wilders regelmatig sentiment probeert op te roepen rond ‘Nederlanderschap’ en hij de laatste jaren radicaler is geworden met het uitsluiten of wegzetten van moslims, allochtonen en vluchtelingen, ontbreekt er toch een duidelijk darwinistisch racistisch of religieus cq spiritueel element in zijn boodschap. Bovendien spreekt Wilders zich geregeld uit tegen het gebruik van geweld.
6) The need for authority by natural chiefs (always male), culminating in a national chieftain who alone is capable of of incarnating the groups historical destiny.
Wilders is natuurlijk een autoritaire figuur binnen zijn eenmanspartij de PVV. Echter, van een messianistische leiderschapscultus is geen enkele sprake hoe vreemd zijn kapsel ook is of hoe slaafs sommige rechtsgekkies hem ook volgen en adoreren.
7) The superiority of the leader’s instincts over abstract and universal reason.
Hiervoor geld hetzelfde als bij de vorige mobilizing passion. Wilders is een handige en opportunistische politicus die het alleen voor het zeggen heeft binnen de PVV maar hij is geen leider in de mystieke fascistische betekenis van het woord.
8) The beauty of violence and the efficacy of will, when they are devoted to the group’s succes.
Dit lijkt mij een vrij kenmerkend en essentieel punt van fascisme dat totaal niet van toepassing is op Wilders en zijn PVV. De verheerlijking van geweld, de daad, wilskracht. Ziet u het Wilders al doen? Nee, Wilders is een flapdrol. Een archetype van onze middelmatige politieke elite.
9) The right of the chosen people to dominate others without restraint from any kind of human or divine law, right being decided by the sole criterion of the group’s prowess within a Darwinian struggle.
Ook deze laatste is natuurlijk totaal niet van toepassing op Wilders en de PVV. Ten eerste gaat het Wilders slechts om Nederland. Hij heeft geen messianistisch plan voor Nederlandse expansie ten koste van andere mindere volken. Ook ontbreekt de darwinistisch racistische grondslag voor dit soort denkbeelden bij de PVV. En ook al karakteriseert Wilders de strijd tegen de islam vaak als existentieel, die strijd is vooral een verdedigende strijd in zijn ogen.
Vier ‘mobilizing passions’ gedefinieerd door Paxton zijn duidelijk niet van toepassing op Wilders of de PVV en drie zijn er lastig toe te passen. De reden daarvoor is dat, ondanks dat Paxton getracht heeft een aantal bruikbare algemene ‘mobilizing passions’ te definiëren, die nog steeds uit een totaal ander vooroorlogs wereldbeeld komen. De fascisme vergelijking blijft daarmee problematisch en niet zinvol. Als ondergetekende nu even snel twee voorbeelden moet noemen van bewegingen of ideologieën die veel beter aan deze mobilizing passions voldoen, dan is dat het islamisme of de religieus nationalistische kolonistenbeweging in Israel. Wilders kun je beter analyseren binnen de rechtspopulistische bewegingen die in heel Europa opgang hebben gemaakt vanaf de jaren negentig. Hem als fascist bestempelen leidt alleen maar af van de gerichte inhoudelijke kritiek waarmee hij en zijn partij bestreden dient te worden.
Bovendien maakt Paxton in zijn werk nog een ander voorbehoud. Hij omschrijft de cyclus van de geboorte, het opkomen en tot volwassenheid komen van fascistische bewegingen in 5 stadia. Essentieel voor de ontwikkeling van fascisme noemt Paxton in dat geval stadium 2, waarin de fascistische bewegingen samenwerking aangaan met traditionele politieke en economische elites. Hoewel de PVV in de peilingen groter is dan ooit, blijven Wilders en zijn eenmanspartij voorlopig totaal geïsoleerd. De verkiezingen van volgend jaar waarbij mijn inziens de PVV maximaal 25 zetels zal halen, zullen daar geen verandering in brengen. Dat houdt overigens niet in dat Wilders en de PVV ongevaarlijk zijn. Hij is er in geslaagd een breed gedragen giftige xenofobische onderstroom te mobiliseren in Nederland. Ook domineert en destabiliseert hij al jaren de Nederlandse politiek. Dat is echter nog geen reden om hem als fascist te bestempelen. Zeker wetenschappers die zich in het publieke debat manifesteren zouden beter moeten weten. Ja, jij helemaal Leo Lucassen! Die vergelijkingen werken alleen maar contraproductief. Daarmee speel je Wilders zelfs eerder in de kaart.
PS: Paxtons The Anatomy of fascism bestelt u hier. Zijn belangrijkste werk Vichy France, Old guard and new order 1940-1944 is een echte klassieker voor de geschiedenisliefhebber. Hierin maakte Paxton op zeer doeltreffende en eloquente wijze gehakt van 25 jaar na-oorlogse Vichy historiografie dat vanwege de impact en er uit voortkomende paradigma wisseling ook wel de ‘Paxtonian revolution’ genoemd wordt in het vakgebied.
Meer artikelen in deze categorie:
[catlist categorypage=”yes”]
Rembrandts “De samenzwering van de Bataven onder 19
Claudius Civilis”
It would be interesting to analyse the islamist agenda by means of these same nine “mobilizing passions”. By my reckoning they are more fascist than Wilders.
Bevolkingsgroepen uitsluiten = fascisme? Wat doet die verdomde islam dan? Laten de vrije Nederlanders die vrije Nederlanders willen blijven mensen als Wilders vooral koesteren, deze held én afschaffing van openlijke uitingen van godsdienst (lees: van meeloperswaanzin) zijn nog onze enige hoop.
De PVV gaat in 2017 Nederland regeren!….Wilders is de toekomst van Europa.Hij is het boegbeeld van het Nederlandse verzet tegen de Islam, tegen de EU, tegen Marokkaanse straatterreur, tegen de vluchtelingenhoax.Hij is de enige die niet meedoet aan de struisvogel politiek waar de rest zich mee bezighoudt. Hij is de enige die de vinger op de zere plek durft te leggen.