Rudy Stroink, het Openbaar Ministerie en de Bermuda Triangle

Rudy Stroink, oprichter van het in de vastgoedcrisis teloor gegane TCN etaleerde zich jarenlang als hét boegbeeld van integriteit in de vastgoedsector. Hij presenteerde zichzelf en zijn bedrijf bewust als braafste jongetje van de klas en ging prat op het naar zijn zeggen maatschappelijk ondernemen van hemzelf en TCN. Dat deed hij op een volgens velen hautaine en arrogante wijze. Publiciteitsgeil zocht hij vaak en bewust de publiciteit om die boodschap uit te dragen.

De reputatie van de vastgoedbranche is de afgelopen jaren flink aangetast. Het “establishment” en de media wees met een verwijtende vinger naar de “grote jongens” toen de bankensector met donderend geraas onderuit ging. Grote spelers in die markt werden als zondebok aangewezen en werden publiekelijk geofferd. Leidinggevenden van de vastgoedbanken ontsprongen bijzonder genoeg de dans. Rudy Stroink’s zorgvuldig opgebouwde reputatie bleef echter desondanks fier overeind.

Deze week is ook daar een einde aan gekomen. Het Financiële Dagblad openbaarde dat Rudy Stroink en zijn vrouw Saskia van Bohemen aanstaande maandag voor de rechter dienen te verschijnen in een omkopingszaak. Het nieuws sloeg in de vastgoedsector in als een bom. Zij zouden maar liefst EUR 1.7 miljoen aan een medewerker van Google hebben betaald om de verlenging van de huur door Google van een datawarehouse in het bezit van TCN veilig te stellen. Er zouden betalingen zijn verricht via exotische eilanden als Dominca en de Maagdeneilanden. Rudy Stroinks reputatie is met deze berichtgeving voor eeuwig naar de haaien.

Hij zal beleefd doch dwingend worden gevraagd zijn publieke functies en lidmaatschappen van brancheorganisaties op te geven en iedereen zal afstand nemen van hem en zijn bedrijven. Het is – ongeacht de uitkomst van de zaak – einde verhaal voor Rudy Stroink. Alle relaties in de vastgoedmarkt zullen hem vanaf nu “uitkotsen” en daar waar zij eerder vol lof over Rudy Stroink spraken, om het hardst roepen “zie je wel, ik heb het altijd al gezegd, daar deugt iets niet“.

Hoe anders verging dat Harrie Hilders in 2010, toen door datzelfde Openbaar Ministerie vastgesteld werd  dat hij niet voor EUR 1.7, maar maar liefst voor EUR 5 miljoen de directeur van het Philips Pensioenfonds had omgekocht.

Harrie Hilders hoefde niet voor de rechter te verschijnen. Het Openbaar Ministerie gebruikte de dreigende vervolging (die het einde zou betekenen voor het imperium van Harrie Hilders) als hefboom om een dealtje te sluiten. Een dealtje waarbij Harrie Hilders tegen betaling van EUR 40 miljoen de verdere vervolging af kon kopen. Hij hoefde geen schuld te bekennen en enkel 120 uur te schoffelen in een openbaar plantsoen. De staatskas ontving daarvan EUR 14.1 miljoen.

Een briljante zet van Harrie Hilders. Uiteraard had hij die EUR 40 miljoen al lang en breed verdiend aan het Philips Pensioenfonds, een zakenman van een dergelijk kaliber is niet gek. Inmiddels hobbelen dezelfde hypocriete vastgoedpartijen en banken die nu Rudy Stroink uitkotsen als loopse geile hondjes achter Harrie Hilders aan. Dit in de hoop dat zij mee kunnen profiteren bij het investeren van zijn crimineel verkregen vermogen.

Heeft Rudy Stroink die kans ook gehad ? Heeft het Openbaar Ministerie hem ook een dealtje aangeboden? Of behoort Rudy Stroink tot de categorie “waar toch niks meer te halen valt“. De categorie die mooi kan dienen als offer, als afleidingsmanoeuvre om te laten zien dat het Openbaar Ministerie haar taak serieus neemt? Geef het volk brood en spelen zullen we maar zeggen.

De taak van Openbaar Ministerie is simpel. Kort gezegd:

“Het Openbaar Ministerie zorgt ervoor dat strafbare feiten worden opgespoord en vervolgd”

Waarom gebeurt dat dan de ene keer wel en de andere keer niet? En als niet vervolgd wordt, waarom gebeurd dat dan niet? Omdat de zaak cq. de bewijzen niet hard genoeg zijn? Of omdat niet-vervolgen plat gezegd poen oplevert? Of omdat men een ambtenaar of gerechtsdienaar “van de haak” willen laten glijden omdat het “familie” is?

Op het moment dat het afkopen van strafvervolging zijn intrede heeft gedaan, kan het toch niet anders zijn dan dat vervolgingen vervolgens gekwalificeerd worden naar de mogelijke opbrengst voor de staatskas. Opbrengsten om de kosten te dekken van dat immense opsporingsapparaat. Ook het Openbaar Ministerie zal haar afdelingen en zaken toch budgetteren zou je zeggen. En  – net als een bedrijf – zullen zij vervolgens prioriteiten stellen bij de inzet van hun middelen. De vraag is dan gerechtvaardigd of de prioriteiten worden gericht op de missie van het Openbaar Ministerie: strafbare feiten opsporen en vervolgen, of op het ordinair verdienen van zoveel mogelijk geld. Geld dat wordt geïnvesteerd om nog meer “klanten” te acquireren om af te kunnen persen. Of worden de inkomsten zoals de EUR 14.1 miljoen die Harrie Hilders aftikte overgemaakt naar een goed doel?

Het lijkt er eerder op dat het Openbaar Ministerie een hele andere agenda heeft dan dat wat met gepaste trots prijkt op haar website . Het lijkt een soort Bermuda Triangle waar in zaken verdwijnen als dat profijtelijk is (Harrie Hilders, Pon, SBM Offshore, Rabobank, omkopers Hooijmayers, Vitesse) of waar partijen niet vervolgd worden omdat het “familie” is (Demmink, Rabobank, Zorreguita, Prins Bernard, bankiers van SNS en ABN AMRO). Om nog maar niet te spreken over vervolgingen waar vraagtekens bij geplaatst kunnen worden zoals bij de vervolging van Wilders.

En Rudy Stroink? Laten we hopen dat recht zal zegevieren. Dat vrouwe justitia blind is ter waarborging van objectiviteit (wat zeer de vraag is). En dat als echt objectief vast komt te staan dat hij Google heeft omgekocht, dat niet ongestraft zal blijven. Ongetwijfeld zullen dan alle partijen die geld verdiend hebben aan het Google project, zoals de aannemer, de banken en de Gemeente – als ze hadden kunnen vermoeden dat er iets niet in de haak was – ook het boetekleed aantrekken. Misschien kunnen ze samen een potje vormen om Rudy Stroinks vervolging af te kopen…