Het is gedaan met de homobaan in het nieuwe Oosterpark

Gisterenmiddag verzorgde stadsdeel Oost een rondleiding door het verherverbouwde (dixit firma Biereco) Oosterpark. Uw verslaggever van Ons Oosterpark en vertegenwoordiger van het collectief ‘De honden van het Oosterpark’ was daar uiteraard bij aanwezig om de vernieuwing van het lusthof van Oost voor u te verslaan. Enigszins onwennig – ik ben zelf stadsgids maar word snel recalcitrant wanneer ik zelf in een groepje mee moet lopen – gingen we onder leiding van een gids op pad met een dertigtal wat oudere buurtbewoners.

Lees verder “Het is gedaan met de homobaan in het nieuwe Oosterpark”

Briefje van Omejan: Aan Easterga

Lief strontdorp,

Soms is de strontlucht erger dan gebruikelijk bij jullie hè? En nee, dan heb ik het niet over het stiekem in de nacht stront rijden tijdens een onverwacht regenbuitje.

Jullie zijn een boerendorp met slechts 43 inwoners. Eentje daarvan is Jan Dijkgraaf. Jullie kennen hem wel, die lelijke kleine gnoom die zichzelf heel wat vindt. Ik kan me voorstellen dat jullie over hem roddelen als hij met zijn putlucht arrogantie het dorp binnen komt rijden en de gezonde boeren strontlucht net dat vleugje zwavel meegeeft dat die opeens niet meer te harden is.

Lees verder “Briefje van Omejan: Aan Easterga”

‘U, burgerlieden alleen behoort de de Salon des Variétes’

De Salons des Variétés van Amsterdam en hun publiek 1839-1854

Op 2 september 1839 opende Joseph Duport de eerste Salon des Variétés van Amsterdam aan de Nes. De Salon des Variétés bood een nieuwe manier van uitgaan in Amsterdam. Een toneelprogramma van meerdere vaudevilles per avondvoorstelling in een klein luxe theater waar tijdens de voorstelling gedronken en gerookt mocht worden. De Salon van Duport was een regelrechte hit in het Amsterdamse uitgaansleven. ‘Deze volks-schouwburg wint gedurig nog al meer in aanzien en achting bij ons publiek, en de meeste avonden der week is de zaal te klein, om de toestromende menigte behoorlijk plaatsing te geven,’ zo meldde het Algemeen Handelsblad in 1840.[1] Een extra bijzonderheid van de Salon van Duport was, volgens schrijver en ‘theaterverheffer’ J.H. Rössing in 1909, dat bezoekers uit zowel de lagere als hogere en zelfs de deftige burgerij haar zouden hebben bezocht en, wegens het ontbreken van rangen, gemengd in de zaal de voorstelling volgden. Er hing een losse sfeer, er werd gebroken met de deftige omgangsvormen in het uitgaansleven die de standenmaatschappij van Amsterdam in de eerste helft van de negentiende eeuw zo kenmerkten.[2]

Lees verder “‘U, burgerlieden alleen behoort de de Salon des Variétes’”

Historische verbeelding in Vondels ‘Verovering van Grol’

‘Daer grimmen tegens twee helden onser eeu,

Als oude tiger grimt op jeughdelijcken leeu

Wiens voordeel hy benijd, en heeft sijn’ toorn geslepen,

En scharp gebit gewet, om ’s vyands opgegrepen,

En versch bebloeden roof uyt klem van krommen klaeu

Te rucken met geweld; nu swelt hij paers, nu blaeu

Van gramschap: maer de staert des leeus begint te krullen,

De maen te rysen, en de muyl heel naer te brullen,

Van uyt den schuylhoeck, daer hy’s tigers aenval wacht.’[1]

Zo omschrijft Joost van den Vondel de eerste aanval van het Spaanse ontzettingsleger onder Graaf Hendrik van Bergen op het Staatse leger onder Prins Frederik Hendrik, dat op het punt staat de door de Spanjaarden bezette stad Grol in te nemen. In zijn naar episch heldendicht neigende lofdicht[2] op de Prins van Oranje Frederik Hendrik, Verovering van Grol, bedient de beroemde dichter zich opvallend veel van dierlijke en natuurlijke metaforen om de historische gebeurtenissen die aan het gedicht ten grondslag liggen te vertellen en te verlevendigen. Binnen het gedicht contrasteren de veelvuldig terugkerende dierlijke en natuurlijke beelden enigszins met de redelijk gedetailleerde beschrijving van de daadwerkelijke historische gebeurtenis, het beleg en de slag om Grol in de zomer van 1627.[3] Als experiment zou men kunnen stellen dat dit contrast veroorzaakt wordt door de gedachte dat Vondel zich in dit werk niet alleen als dichter maar ook als geschiedschrijver manifesteert.

Lees verder “Historische verbeelding in Vondels ‘Verovering van Grol’”

Briefje van Omejan: aan Chris Aalberts

Beste Chris,

Nou je hebt het eindelijk een beetje voor elkaar hè? Een beetje #ophef rond je reis naar Israël met Israëllobbyclub CIDI en de middelmatige stukjes die daar uit voort zijn gekomen. Worden je stukjes zo slecht gelezen jongen? Maar, dat maakt toch helemaal niet uit voor een mediasnabbelaar als jij? Je vriendje Bas Paternotte van TPO heeft toch gewoon voor het reisje en de stukjes betaald mag ik hopen? Wat loop je dan te zeuren?

Lees verder “Briefje van Omejan: aan Chris Aalberts”

Briefje van Omejan: Aan Theo van Gogh

Beste Theo,

Jij bent al bijna 13 jaar dood dus je leest dit niet. Toch een briefje aan jou zodat je weer een beetje zal zijn. Ik las gisteren in een tweet van Martin Bosma dat je vandaag 60 jaar had moeten worden. Tenminste, als je dat gehaald zou hebben met jouw levensstijl. Die stijl van leven is in fysiek, professioneel als sociaal opzicht echt met jou gestorven. Jij bent bijna uitsluitend jouw dood geworden. Omdat je vermoord werd door een moslim extremist. Een extra triest lot. Bijna iedereen heeft tegenwoordig meer aan jouw dood dan aan jouw leven.

Lees verder “Briefje van Omejan: Aan Theo van Gogh”

Voetveeg: De hypocrisie van collectief leedvermaak

Medelijden is een persoonlijk gevoel dat niet altijd strookt met wat het collectief van je vraagt. Gisterenavond werd de nationale zondebok van de dag, Hanina Ajarai , gekapitteld in de entertainment talkshow RTL summernight omdat zij in haar wekelijkse column stelde dat de ramp met de MH17 geen enkele snaar bij haar had geraakt in tegenstelling tot de op het voetbalveld in elkaar gezakte Nouri. Een voor iedereen herkenbaar fenomeen en waarheid, alleen mist Hanina de intellectuele en stilistische vaardigheden om daar een goede column over te schrijven. Haar gebrek aan empathie voor een nationale ramp kwam er nogal dom en cru uit. En dan is Hanina ook nog een ‘excuusmoslima’. Een heerlijk dagje #ophef en leedvermaak was geboren.

Lees verder “Voetveeg: De hypocrisie van collectief leedvermaak”

Het einde van GeenStijl

Als de nar aan het hof gaat meespelen om de macht dan eindigt hij met kap en al op het schavot. Zijn bestaansrecht is zijn bewust gecreëerde vrije rol waarmee hij een ieder aan het hof mag en moet ridiculiseren. Het afgelopen jaar speelde zich een waar koningsdrama af met de nar van de Nederlandse publieke opinie, GeenStijl, die weinigen ontgaan zal zijn. Gisteren gebeurde er iets minder opvallends op de redactieburelen van de roze ‘kwajongens’ die zich zelden in de kaarten laten kijken. Het einde van GeenStijl lijkt in zicht.

Lees verder “Het einde van GeenStijl”

Omejan legt het nog één keer uit aan Bart Schut

Gisteren verscheen er een curieuze column op de website van het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) van broodschrijver Bart Schut met de ietwat arrogante titel ‘Ik leg het nog één keer uit‘. In het stuk probeert Schut zijn eigen straatje schoon te vegen wat betreft de hypocrisie van zijn obsessieve oneigenlijke gebruik van de beschuldiging en het frame van ‘antisemitisme’ of ‘Jodenhaat’, die hij sinds hij voor Esther Voet en het NIW schrijft veelvuldig op twitter rondstrooit. Aangezien ondergetekende vanwege een niet ter zake doende fittie met Schut zelf slachtoffer werd van deze praktijk, zal ik toch even reageren op zijn column.

Lees verder “Omejan legt het nog één keer uit aan Bart Schut”