Nederland is een vreselijk land. Over polarisatie en politiek correcte wetenschap

Nederland is een vreselijk land, zoveel lijkt ondertussen duidelijk. Niet alleen kampt Nederland met toenemend racisme, volgens een opiniestuk van wetenschappers in de Volkskrant [1], maar de bestrijding ervan is nagenoeg onmogelijk omdat iedereen het ontkent, aldus “vooraanstaande wetenschappers” bij Een Vandaag [2]. Beide artikelen halen de storm van kritiek aan, die Sylvana Simons ontketende, na haar aansluiting bij DENK, als zijnde exemplarisch voor een dieper liggend probleem.

In de Volkskrant stellen Coenders et al. dat uit “empirisch onderzoek” [3] zou blijken dat racisme in Nederland niet enkel beperkt blijft tot social media, maar in lijn is met een bredere trend; steeds meer Nederlanders zouden instemmen met grove negatieve uitspraken “kroegpraat” over etnische minderheden. Hiervoor hebben de onderzoekers respondentenonderzoeken vergeleken, om te kijken in hoeverre vier voorspellingen [lees: vooroordelen] uit 1996 over autochtonen zijn uitgekomen. Zo zouden bijvoorbeeld lager opgeleiden sterkere etnocentrische reacties gaan vertonen op de komst en aanwezigheid van asielzoekers, dan de gemiddelde bevolking.

Voorspellingen werden gedaan op basis van de realistisch-conflict-theorie; dat [in een notedop] binnen elk sociaal systeem een mate van concurrentie plaatsvindt, tussen uiteenlopende etnische groepen, om schaarse goederen, alsook om culturele en religieuze waarden en macht. Ook zou er weinig tot niets hoeven te gebeuren, om een situatie van etnocentrische in- versus out-groups te krijgen. Toegegeven, het kan toenemende polarisatie in debat en samenleving verklaren in deze tijd van crisis en massa-immigratie, maar focus op enkel autochtonen is absurd. Bovenstaande dynamiek heeft betrekking op elk individu. Polarisatie is niet eenzijdig. Bovendien komen factoren cultuur en religie nauwelijks terug in het onderzoek.

Data en conclusies zijn, zeker vergeleken met het krantenartikel, opmerkelijk. Van de vier voorspellingen blijft eentje half overeind: toenemende diversiteit is inderdaad gerelateerd aan toenemende etnische spanningen, alsook uitlatingen. Er is echter geen toenemende steun voor discriminatie in de samenleving sinds 1995. Lager opgeleiden wijken niet af van de algemene trend in de samenleving, net als middelbaar opgeleiden.

Een andere bevinding is dat niet-kerkelijken [en kleine geloofsgemeenschappen] in Nederland, vaker afstand nemen van etnische discriminatie dan protestantse en katholieke stromingen. Factoren religie en cultuur hadden dus best nader onderzocht mogen worden. Werkloze lager opgeleide autochtonen laten ook zien dat alles wellicht wat complexer in elkaar steekt. Lager dan gemiddeld, ondanks toegenomen competitie op de arbeidsmarkt, vertonen zij neiging tot etnische discriminatie. Op de krappe huizenmarkt wordt sinds 2008 wel een “opvallende” -hoger dan gemiddelde- lichte stijging waargenomen, maar de onderzoekers bieden geen verklaring.

Bevindingen lijken niet in lijn met het racisme-zit-dieper-frame in de krant, waarin Pim “Ik zeg wat ik denk” Fortuyn nog even wordt aangemerkt als de kwaaie pier, die de geest uit de fles liet. En ook niet in lijn met de conclusie in het onderzoek zelf, waar ze de toename in negatieve uitlatingen over etnische minderheden wijten aan “meedeinen op de tijdsgeest”. Compleet voorbijgaand aan de vraag of zorgen en onvrede terecht of onterecht zijn, terwijl de link met toenemende diversiteit er juist wel is.

Ook zeggen Coenders et al. te “vrezen” dat taboes “irrelevant of anachronismen” zijn geworden. Alsof dat slecht zou zijn. En dat “de mate waarin Nederlanders zich bedreigd voelen door minderheden, autoritaristische reacties vertonen en politiek cynisme uiten”, ze “in het viswater van ver-rechtse partijen” kan doen belanden. Fijn dat ze -in het kader van transparantie- hiermee politieke kleur bekennen, waarmee de links-elitaire-policor-invalshoek van het opiniestuk in de Volkskrant, verklaard lijkt.

De data biedt tevens een uitgelezen kans om het artikel van Een Vandaag aan een nadere inspectie te onderwerpen. In hoeverre zijn de beweringen van die “vooraanstaande wetenschappers” in lijn met de bevindingen van Coenders?

De eerste wetenschapper met een mening is Gideon Everduin, docent en rapper in de Bijlmer. Volgens hem zit racisme “in het systeem” en “gaat verder dan de burger”. Maar wat is het systeem zonder haar burgers? En het merendeel van de bevolking keurt daadwerkelijke discriminatie af. Dat sommige burgers in respondentenonderzoeken bij voorgeschotelde hypothetische situaties een discriminerende etnocentrische voorkeur vertonen, zegt dat werkelijk iets over werkgevers in de praktijk? En bovendien is zoiets volgens ‘het systeem’ gewoon een strafbaar feit.

Volgens Gideon zit het ook in kleine dingen; mensen die niet naast hem komen zitten in de bus bijvoorbeeld, of hun tas vasthouden als hij komt aanlopen bij een pinautomaat. Waarom een individu zo reageert, weet enkel het individu. Er hoeft, volgens het onderzoek van Coenders, immers maar zeer weinig te gebeuren en iemand kan wantrouwend worden jegens een out-group. Een persoonlijke nare ervaring met iemand van een andere etniciteit kan al aanleiding zijn. Misschien is zelfs een valse beschuldiging van racisme al voldoende.

In dat geval zouden zelfs de theatervoorstellingen van Gideon, om mensen bewust te maken van ‘institutioneel racisme’, al kunnen leiden tot polarisatie. Sylvana Simons draagt een soortgelijke boodschap uit in de media. Moeiteloos zet ze Nederlanders weg als post-koloniale onderdrukkers van minderheden, met name witte mannen. Er wordt dan ook heftig op gereageerd vanuit de autochtone bevolkingsgroep, door –niet verrassend- met name witte mannen. Dit wordt gezien als bewijs voor haar beweringen, maar is dat wel terecht?

Kijkend naar reacties in de media op het aantreden van Sylvana bij DENK, weerklinkt er vanuit alle lagen van de bevolking kritiek. Van strikt inhoudelijk tot ronduit grof. Dit is in lijn met het onderzoek van Coenders. Het taboe op kritiek op minderheden is er niet meer.

Hoogleraar Gloria Wekker vindt Nederlanders bekritiseren maar lastig, vanwege alle weerstand die ze bieden. Zomaar een beetje haar ideetjes verwerpen, hoe durven ze. En dat ze ontkennen racist te zijn, ziet ze als grootste probleem. Ook stelt ze dat “witte Nederlanders vaak sterk het gevoel hebben moreel en cultureel superieur te zijn”. Dit is een nogal generaliserende, polariserende en racistische aantijging, lijkt me. In het onderzoek van Coenders zijn culturele aspecten, zoals normen en waarden, nauwelijks onderzocht, maar er bleek wel dat religieuze gemeenschappen minder inclusief kunnen zijn. Zelfs die wetenschap valt echter niet door te trekken naar alle Nederlanders.

Dat cultuur en religie kunnen verdelen, behoeft weinig uitleg. Ze scheppen automatisch in-groups en out-groups. Gloria kan witte kaaskoppen bekritiseren dan wel als lastig ervaren, maar kritiek op niet-westerse culturele en religieuze opvattingen wordt meteen racisme genoemd en is nagenoeg onmogelijk. En het valt een meerderheid toch niet te verwijten dat ze bepaalde intolerante denkbeelden van minderheden verwerpt, toch? Is ons seculiere humanistische gedachtengoed werkelijk zo intolerant? En echt niet superieur aan meer archaïsche opvattingen? Misschien moet Gloria haar academische intersectionele roze varifocus-brilletje eens verruilen voor eentje met vensterglas.

Als elk open debat telkenmale wordt gefrustreerd door beschuldigingen van racisme, intolerantie of ‘de verkeerde vorm of toon’, is het dan zo verwonderlijk dat de autochtone bevolking gefrustreerd raakt? En als toenemende diversiteit leidt tot toenemende etnische spanningen, terwijl men al sinds de jaren ’80 weet dat integratiebeleid faalt, is het dan niet logisch dat de autochtone bevolking ageert tegen nog meer immigratie, zonder dat reeds bestaande problemen adequaat zijn opgelost? Voelen autochtonen die jaren wachten op een sociale huurwoning zich onterecht gediscrimineerd als nieuwe ingezetenen de wachtlijst mogen overslaan?

Is het ook niet volkomen onterecht om enkel autochtonen te betichten van etnocentrisme en nationalisme, terwijl tijdens de affaire rondom Ebru Umar bleek dat een aanzienlijk gedeelte van de Turkse gemeenschap in Nederland zich meer identificeert met Turkije dan Nederland? Hoe zit dat met de andere migrantenpopulaties? En vallen taalachterstanden en een slechte positie op de arbeidmarkt van minderheden, wel steevast af te doen als een gevolg van achterstelling en discriminatie?

Waar staan we eigenlijk in dergelijke vraagstukken? Hoogleraar Isabel Hoving, wetenschapper drie, lijkt zich dat bijna af te gaan vragen, maar gaat meteen door naar haar concluderende mening. Zij stelt dat racisme “ingeburgerd” is geraakt. Met name rond de millenniumwissel, ten tijde van 9/11 en de moord op Theo van Gogh. Pim Fortuyn, in het Volkskrant-artikel van Coenders omschreven als degene die de rem van het publieke debat haalde, wordt niet genoemd. Waarom Isabel hem niet noemt, valt enkel naar te raden.

Zou het zijn omdat de linkse intellectuele elite, links activisten en politici destijds Pim Fortuyn zo demoniseerden en wegzetten als levensgevaarlijke racist, dat zij zelf een bijdrage hebben geleverd aan het klimaat, waarin hij werd vermoord? Ook toen weerklonk al dat hij dingen zei, die niet zouden moeten mogen. Hetzelfde dat na de moord op Theo van Gogh, na de aanslag op Hebdo, na de Deense cartoonrellen en recentelijk na de arrestatie van Ebru Umar, hoorbaar was. En Wilders, die woont niet voor niets in een bunker.

Er lijkt een laatste wanhopig offensief te zijn ingezet tegen vrijheid van meningsuiting. Alsof vrijheid van meningsuiting een vrije, inclusieve, diverse en open samenleving en debat in de weg zou staan. Elke gelegenheid wordt aangegrepen voor oproepen tot inperking. Is het niet vanwege de ‘verkeerde toon’, dan wel vanwege de ‘verkeerde inhoud’. Nobody cares. Coenders stelde ook al vast dat de morele autoriteit, die vroeger uitging van intellectueel links, geen gehoor meer vindt en nieuw-links er ook niet in slaagt. En terecht, lijkt me. Iedereen is het politiek correcte gemoraliseer spuugzat.

Gelukkig is er de bevinding dat men de laatste 10 jaar niet tevens meer voorstander is geworden van daadwerkelijke discriminatie. Daadwerkelijk racisme waarschijnlijk ook niet, ondanks de racistische tweetjes aan het adres van complotparagnost Simons.

Als links het tij wil keren en verdere polarisatie wil tegengaan, dan moet ze het debat aangaan. En het met argumenten voeren, ondersteund met feiten, in plaats van racisme roepen en slachtofferkaarten spelen. Kritiek en racisme zijn niet hetzelfde. Cultuurrelativisme moet definitief overboord. Iets is niet ineens “geen racisme”, als een minderheid het doet. Geen dubbele standaard meer.

Ook eenzijdige politiek gekleurde ‘wetenschappelijke’ bijdragen aan het debat, zouden wel eens averechts kunnen werken. Bij het minste of geringste wordt men immers al etnocentrischer. Grote kans dat het zelfs bijdraagt het aan het polariserende klimaat en de trends, die ze zelf aan het onderzoeken zijn en zo vreselijk zeggen te vinden.

Dat iemand iets ontkent, een racismebeschuldiging van de hand wijst of boos wordt uit frustratie, bewijst niets. “Kroegpraat” vindt wellicht niet iedereen even prettig, maar dat is eenvoudig op te lossen. Wen er maar aan, dat kan echt. De taboes, die keren nooit terug.

Arend-Jan Smit

Arend-Jan Smit is columnist bij Opiniez en dit artikel verscheen eerder op zijn eigen blog.

Meer artikelen in deze categorie:
[catlist categorypage=”yes”]


Auteur: Verbraak

Auteuriteit. Twittert onder de naam @Verbraak

0 gedachten aan “Nederland is een vreselijk land. Over polarisatie en politiek correcte wetenschap”

  1. Hallo

    Wat ik in het hele stuk mis, is de rol van de media, die van elk wissewasje groot nieuws maakt en verzuimt te laten zien dat het op heel veel plekken in de samenleving fantastisch gaat. Dat laatste is immers geen nieuws.
    En ja, wie wat roept, moet reacties verwachten, vooral als achter de roep een beleving schuilgaat die door anderen niet wordt gevoeld. Wie op een heftige manier roept dat Zwarte Piet racisme is, moet op zijn minst verwachten dat mensen, die al jarenlabg het sinterklaasfeest vieren met Zwarte Piet en daar helemaal geen racistische bedoelingen bij hebben, gaan reageren. En vervolgens gaat het vice versa.. steeds harder en harder. De media zijn er dan als de kippen bij, om het nog erger te maken, want immers dit soort dingen, die zijn nieuws.

    En soms wordt racisme zodanig gepresenteerd, dat het lijkt alsof witte mensen alleen racistisch zijn. Dan hebben we nooit gehoord van de haat die Arabieren hebben tegen berbers en negers, de haat van Turken tegen Koerden en Negers, De manier waarop veel gelovigen kijken naar ongelovigen of andersdenkenden, enzovoort.. enzovoort. En dan vergeten we ook maar even het slavernijverleden van de Arabieren, van de Ottomanen, kortom van iedereen. Want alleen de witten zijn daaraan schuldig.. En als ze dat niet willen toegeven, dan is er weer een geleerde die de term “onbewust racisme” bedenkt. Ze moeten schuldig zijn en schuldig blijven.

    En inderdaad. Geloofskritiek wordt steeds vaker benoemd als racisme. Dat terwijl geloofskritiek juist gezond is voor elke religie. Het houdt je bij de les. Als men tegen mij zegt dat mensen van mijn religie vaak (zeer) onverdraagzaam zijn, dan denk ik daarover na en kan ik niet anders dan tot de slotsom komen, dat dat best waar is. Ik zou mijn pijlen dus niet moeten richten op de mensen die dit zeggen, maar op de moslims die onverdraagzaamheid propageren. Moslims die stiekum hopen op verovering van het westen, of van een nieuw Ottomaans rijk. En zeg nou niet dat ze dat niet doen, ik hoor het dagelijks, die gedachten.

    De vraag is eigenlijk waarom we niet samenwerken om de vele mooie dingen (die er ook zijn) uit te dragen en uit te breiden. Ikzelf woon bijvoorbeeld in een buurt waar je helemaal niets merkt van enig racisme, terwijl we toch ook over het sinterklaasfeest praten. En er zijn toch ook heel veel moslima-verpleegkundigen, die vakkundig voor ouderen en/of zieken zorgen. Er zijn heel veel Nederlanders die hun (allochtone) buren en kennissen op allerlei manieren bijstaan.. Waarom schrijven de media daar niet over!!

    Ten laatste: Hoe de media zaken manipuleren, zie je in dit filmpje.. Kijk zelf maar.. https://www.youtube.com/watch?v=EHImS5kR_3s

  2. Nederlandse polarisatie als grondslag voor sociale opschudding waaronder het tumult over zwarte Piet

    De discussie over zwarte piet is niet gaan liggen en is bijgevolg weer opgelaaid. Naarmate de maand december beter van achter de horizonlijn gloort vullen des te meer strijdkreten met betrekking tot de afschaffing van sinterklaas het Nederlandse luchtruim. De vraag is of het niet de Nederlander zelf is die met zijn polariserende optreden groepen handvatten aanreikt om tot zulk soort acties te komen. De commotie over het thema zwarte piet begint thans grimmiger vormen aan te nemen dan ooit eerder. De aanjager van deze sociale opschudding is de Antilliaan Quincy Gario geweest ondanks het feit dat sinterklaas op de Antillen en ook in Suriname nog steeds uitbundig wordt gevierd. Waarom is de figurerende zwarte Piet opeens verworden tot het symbool van onderdrukking en inferioriteit van de zwarte mens?

    De polarisatie als voornoemd laat zich in het dagelijkse leven als volgt kenmerken: In vergelijking met bijvoorbeeld Surinamers die decennialang de reputatie hadden liever lui dan moe te zijn, een oververtegenwoordiging te hebben in de drugsdeal en als buitengewoon agressief zouden zijn te kenmerken ten gevolge waarvan velen liever geen zaken met Surinamers wensten te doen, heeft de veel slechtere reputatie van bijvoorbeeld de Marokkaan, deze gemeenschap helemaal geen schade doen berokkenen. Ik wil hier er beslist niet voor pleiten dat ook Marokkanen negatief en onheus bejegend zouden dienen te worden, in tegendeel! Ik wil met mijn betoog enkel het verschil bloot leggen van discriminatie binnen een discriminatoir universum.

    Het televisieprogramma undercover rapporteerde nog zeer recent dat het restrictieve deurbeleid van vele Nederlandse etablissementen op Nederlanders met een illegale huidskleur ( = kennelijk donker) eerder van toepassing bleek te zijn dan op licht-getinte Nederlanders waaronder Marokkanen. Neerlands bekendste literaire agent Paul Sebes orakelde eens publiekelijk dat Nederlandse gerenommeerde uitgeverijen liever boeken willen publiceren van auteurs met een Noord-Afrikaanse identiteit dan van auteurs uit bijvoorbeeld de voormalige rijksdelen van Nederland. Gewezen NRC hoofdredactrice Brigitte Donkers had een voorkeur voor columnisten van Turkse –en Marokkaanse afkomst dan van Antilliaanse en Surinaamse. En zo kun je nog door gaan door een garf aan voorbeelden op te lepelen. Aan de Nederlandse existentiële filosoof de vraag: wat voor een signaal en boodschap gaat er hiervan uit naar Antillianen en Surinamers? Is de boodschap soms: wil je in Nederland iets bereiken en/of zonder reputatiebeschadiging een misdaad plegen, zorg er op z’n minst voor dat je niet zwart/donker bent!

    Terugkomend op de aangesneden kwestie betreffende zwarte piet die een legitimatie zou zijn van de onderdrukking van zwarten mag men het terecht gooien op een onschuldig kinderfeest maar toch is deze onschuld niet helemaal ontdaan van haar duivelse schaduwtrek. Ik kan mij tijdens mijn studie sociologie aan de universiteit te Utrecht herinneren dat er een commotie was gerezen omtrent racisme in schoolboeken, kinderboeken, cartoons waarin figuren met een bruin lichaamsovertrek dom praatten terwijl die zelden te vertrouwen zouden zijn. De opposanten uit de samenleving reageerden erop op dezelfde geëlektriseerde wijze zoals men dat nu ook doet bij de zwarte Piet kwestie. De toenmalige leider van de Nederlandse Volksunie, Joop Glimmerveen, gebruikte tijdens zijn betoog in de Tweede Kamer stripverhalen en ander leesmateriaal om zijn stelling dat zwarte mensen inferieur zouden zijn, met bewijzen te staven. Als wetenschappers van autochtone komaf, om even bij dit adjectief te blijven, toen niet hadden ingegrepen was de strijd een verloren race geweest. Men constateerde dat zelfs kleine blanke kindertjes niet met hun donkere klasgenoot/leeftijdgenoot wensten om te gaan omdat deze laatste gespiegeld werd aan het beeld dat het vervatte in het leesmateriaal deed oproepen. Dat wat mij bevreemdt is dat ik geen enkele demonstrant heb mogen aanschouwen die zijn verzet op deze wijze onderbouwde.

    Tegen het decor van de huidige polarisatie zoals hierboven met voorbeelden geadstrueerd, krijgen doelgroepen alleen maar meer inspiratie om op zoek te gaan leemten in hun bestaan om daarmee een hele sociale beweging op gang te brengen. Ik vrees dat de sociale en emotionele intelligentie bij vele Nederlanders niet optimaal genoeg is om de impact op de werkelijkheid te snappen van een onschuldig xenofobisch getinte opname in een kinderboek en kinderfeest. Met automatismen wil men ongestoord werktuiglijk blijven omgaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *